Horst
Horst is de buurtschap aan de noordwestkant van de gemeente Ermelo. Bij de instelling van het kadaster in 1832 zijn de grenzen van de buurtschappen officieel vastgelegd. Men heeft daarbij vast aansluiting gezocht bij wat omwonenden en belanghebbenden daarover wisten. In het noorden grensde Horst aan de Weisteeg, tevens de grens met Harderwijk. Bij de splitsing van de gemeente Ermelo in 1972 zijn ruwweg de Horloseweg en Fokko Kortlanglaan de grens geworden.
In het westen vormde vroeger de Zuiderzee uiteraard de grens. Aan de zuidkant en een deel van de westkant was dat de Horstsche Beek voor zover die evenwijdig loopt aan de Zeeweg. En aan de oostkant globaal de Kawoepersteeg, Oude Nijkerkerweg, Julianalaan en Tonselsche Beek.
De oudste bewoonde gebieden van Horst liggen op dekzandruggen. In wezen zijn dit paraboolduinen die in het laatste deel van de laatste ijstijd zijn ontstaan. Ze zijn vooral in de Gelderse Vallei te vinden, waarvan Telgt en Horst overigens nog deel uitmaken. Er heerste toen, ongeveer 20.000 jaar geleden, een steppeklimaat waarin de wind vrij spel had in het kale landschap. De paraboolduinen zijn min of meer hoefijzervorming met een opening aan de westkant waarvan de wind vandaan kwam. De ruggen – de naam zegt het al – liggen hoger dan het omringende landschap, vandaar de vroege bewoning. De Horloseweg, de Buitenbrinkweg en de Zeeweg zijn op de ruggen aangelegd en daaraan staan de oudste boerderijen.
In de Horster Eng zijn de overblijfselen gevonden van bewoning uit de 11e tot de 13e eeuw. De aanname is dat toen de bewoning hier ophield, de bewoners langs de Buitenbrinkweg zijn gaan wonen. In 1307 was in Horst al een vestiging van de Johanniter Orde, de commanderij St. Jansdal of ’s Heeren Loo. Het poortgebouw staat er nog. Vanaf ca. 1600 grensde daaraan het goed Emaus dat uitgroeide tot een landgoed met landhuis. Bij Palmbos ’aan Zee’ was vroeger een ondiepe plek waar Veluwse producten in een schip konden worden geladen.