De buurtschap Telgt wordt als Telgud al genoemd in het jaar 806. Waarschijnlijk moeten we de oudste bewoning in het uiterste zuiden zoeken. Daar lagen boerderijen die toebehoorden aan kloosters die in Putten ook al vroeg veel bezittingen hadden. Maar ook langs de Nijkerkerweg die over een dekzandrug loopt, wordt al heel lang gewoond. Sommige boerderijen daar zijn daar al minstens zeven eeuwen aanwezig.
De lage kustgronden en de naar het oosten oplopende bodem waren heel geschikt voor de verschillende toepassingen die in het Veluwse boerenbedrijf nodig waren. Hooi- en weilanden, akkers, moestuinen en boomgaarden waren goed aan te leggen op geringe afstand van de boerderij. En voor het weiden van schapen en het steken van plaggen waren heidevelden onder handbereik.
Het landschap moet vroeger veel kleinschaliger zijn geweest, met veel houtwallen, bosjes, natte heidepercelen etc. Een geschikt landschap om de jachtsport te beoefenen. Misschien bouwden om o.m. die reden enkele rijk geworden families in de 18e eeuw een landhuisje of herenhuis in Telgt. Op de erven van Kindergoed, Zeeburg en Zeezicht hebben van die huizen gestaan. De ligging van Telgt aan de voet van de stuwwal had gevolgen voor de waterhuishouding en die maakten de aanleg van grachten of vijvers ook gemakkelijk.
Kadastraal liep Telgt van de Volenbeek in het zuiden tot de Horstsche Beek en Kawoepersteeg in het noorden. Aan de westkant lag natuurlijk de Zuiderzee; aan de oostkant de Groevenbeekse Heide, heel vroeger Zuiderveld genaamd en meer noordelijk de buurtschap Veldwijk.