De Buurt

Ik ben opgegroeid aan ‘de andere kant van het spoor’. Al is het natuurlijk maar van welke kant je het bekijkt. In dit geval was dat: bezien vanuit het dorp. Daar lag ons leefgebied. Om het wat te preciseren zou ik de naam De Buurt kunnen gebruiken, maar dat is nu alleen nog voor insiders. We praten dan over een gebied dat zich langs de Horsterweg globaal uitstrekte van de Oude Nijkerkerweg tot aan de Zeeweg met inbegrip van zijwegen als de Groene Allee en de Dokter Scheurerlaan. En ook de stichtingsterreinen van ’s Heeren Loo-Lozenoord en Groot-Emaus werden daar heel grootmoedig bij gerekend.

Nog net niet het centrum van De Buurt.

De Groene Allee nog in oorspronkelijke toestand in 1975

De tijd van grote gezinnen

In veel van de gezinnen die daar woonden, hadden de vaders een ‘betrekking aan’ een van de ’stichtingen. Moeders werkten meestal niet buitenshuis. Die hadden thuis al genoeg te doen want het ging veelal om gezinnen met vijf tot negen kinderen. Dat had als prettige consequentie dat elk kind wel een leeftijdsgenootje had in een groot aantal andere gezinnen. Voeg daarbij het feit dat vrijwel elk gezin zich tot de hervormde of gereformeerde kerk rekende en dat de schoolkeuze zich beperkte tot de Horsterschool, de Kerklaanschool en in een zeldzaam geval de Ireneschool, dan mag je ervan uitgaan dat er ook een soort buurtgevoel bestond. Natuurlijk werkten niet alle vaders op een stichting, maar daar kom ik zo op terug.

Bungalowpark De Heuvels, opgezet door Lammert Paulus. Daarna kwam de familie Huisman. Verder weg de zaak van Hofstede.

De viersprong bij de Zeeweg met op de achtergrond de winkels van Bokhorst en Van de Mheen.

Warme herinneringen

Deze kinderrijke omgeving heeft voor velen die er opgroeiden een warme herinnering aan de kinderjaren opgeleverd. Overal is er wel wat en ‘geen huisje zonder kruisje’ maar de conclusie is gerechtvaardigd als de ‘Buurtreünies’ daarvoor een graadmeter mogen zijn. Wel meer dan 100 buurtgenoten namen steeds deel aan de buurtreünies die vanaf de jaren negentig periodiek werd georganiseerd. Helaas vallen er natuurlijk door gevorderde leeftijd gaten, maar het is nog altijd een groot evenement.

Groepsfoto Buurtreünie van 2008

De Buurt in enge en nog engere zin

De naam De Buurt viel al even. Werd een opgroeiend gezinslid gemist, dan was de veronderstelling dat die zich wel op ‘de Buurt’ zou ophouden. Dat was een hangplek avant la lettre en een plek waar je kon vaststellen of er al genoeg mensen waren om een potje te gaan voetballen op het veld van Groot-Emaus. Deze ‘Buurt’ in enge zin lag op het punt waar de Groene Alleen uitmondde op de Horsterweg. In nog meer engere zin was het eigenlijk het hek met buizen waarop je kon zitten en dat als groots gebaar daar door Groot-Emaus was geplaatst. ’s Zomers smeedden de grote jongens er plannen voor een eigen wielerronde ’de Tour de Buurt’. Ik hoor nog het zoevende geluid van de banden van de herenfietsen op de straatklinkers wanneer zij langskwamen.

 

Beide buurten zijn zichtbaar op deze foto.

Een fragment van een adresboek uit 1955

Een dorp op zich

Onze Buurt was eigenlijk een dorp op zich. De vaders die niet op een stichting werkten waren meestal middenstanders of mensen die een bepaald vak uitoefenden als zelfstandige. Ik noem er zo maar enkele: Jaap Dooijewaard van de Veluwse Winkel, Jan-Willem Hofstede, de fietsenmaker, Maas Bokhorst die een manufacturenzaak had naast kruidenier Van de Mheen. Joop Jansen was zelfstandig schoenmaker, Hendrik Doppenberg een melkboer wiens wijk zich uitstrekte tot over de Rijksweg. Keimpe Paulus, aanvankelijk fietsenmaker en uitvinder, later elektricien voordat hij de politiek in ging.

Peter van de Mheen verraste vriend en vijand met zijn rijdende zelfbediening, een omgebouwde touringcar en een primeur in Nederland. Hier met Jaap Winsemius, bestuurder en verkoper. Verder mevrouw Abels met twee zoontjes.

Melkboer Hendrik Doppenberg 

Mevrouw Aaltje van de Mheen-Dooijewaard (vrouw van Aalt) en dochter Corrie  met – weliswaar een beetje in de verte – de oorspronkelijke winkel.

Ontspanning

Af en toe was er een filmvoorstelling in de kerk van ’s Heeren Loo, bedoeld voor de cliënten maar personeel was ook welkom. Er waren twee voorstellingen: ‘van zes tot acht’ en ‘van acht tot tien’. Een groots moment wanneer je oud genoeg was voor die tweede voorstelling. Ik herinner me er Fanfare van Bert Haanstra gezien te hebben en waarschijnlijk ook Je gaat van ze houden, een propagandafilm voor ’s Heeren Loo-Lozenoord, gemaakt met de acteurs Luc Lutz en Riek Schagen.

Het voetballen kwam al ter sprake. De kinderen van wie de vaders op de stichting werkten mochten op gezette tijden zwemmen in het zwembad van Groot-Emaus. Al was er controle, er werden ook wel anderen meegesmokkeld. Tennis werd ook veel beoefend. De tennisbaan van ’s Heeren Loo lag naast de school. Je kon de sleutel en een mandje versleten ballen halen in Paviljoen C aan de overkant. Ik meen dat de jaarcontributie voor een gezin vijftien gulden bedroeg. Zo volgt de ene herinnering de andere op.

En inspanning

 

De wasserij van de stichtingen. In vakantietijd namen jongeren uit de buurt er de plek in van cliënten en personeelsleden. Enig extra zakgeld was welkom.

Verantw. afbeeldingen