
Toen in 1881 een weg werd aangelegd van het dorp Ermelo naar de nieuwe spoorweghalte, maakten de ontwerpers over een grote lengte gebruik van een al bestaande weg. Dat was een weg van het oude dorp naar het noordelijke gedeelte van Telgt. Pas ter hoogte van het latere postkantoor maakte men een splitsing. Het was een goed gekozen plek, want het nieuwe stuk Stationsstraat liep daar over een aardig grote afstand parallel aan de grenzen van de percelen. De eigenaren daarvan behoefden maar een klein strookje af te staan. Het restant bleef goed bruikbaar voor landbouw of andere doeleinden.


Maar eerst een slager
Juist bij de splitsing lag altijd al een driehoekig perceeltje dat in 1832 de kadastrale aanduiding F 252 had gekregen en dat zestig jaar later voor de achtste keer in andere handen overging.
Die achtste eigenaar was Johannes Petrus Brants, een slager. Hij kocht het perceel in 1895 van een zekere Van der Sluis uit Herven over wie verder niets bekend is of ontdekt kon worden. Brants was afkomstig uit Amsterdam en, naar verluidt, de eerste slager in Ermelo, in ieder geval in het nieuwe gedeelte bij het spoor. Brants oefende zijn vak uit in een nieuwgebouwd huis op het door hem gekochte perceel, een mooi punt waar twee wegen samenkwamen. Hij was maatschappelijk actief want hij probeerde met enkele anderen in Ermelo een afdeling van Patrimonium op te richten. Er was echter weinig animo. Velen waren van mening dat er geen behoefte was aan een werkliedenverbond – zeg maar vakbond – in het zo vreedzame Ermelo.
Joh. T. de Lange
Mogelijk zijn niet alle gekoesterde verwachtingen uitgekomen want in 1899 verkocht Brants zijn pand.
Koper werd de heer Joh.T. de Lange, over wie een afzonderlijk verhaal is geschreven.
Hier gaat het vooral over de wederwaardigheden van het door Brants gebouwde pand, maar dan moet hier toch ook iets over De Lange worden verteld.
Johannes Timotheüs de Lange was in 1894 toegetreden tot het bestuur van het toen nog piepjonge ’s Heeren Loo. Onder meer door ziekte binnen de leiding van ’s Heeren Loo en vanwege uitbreiding van de werkzaamheden werd het beroep op De Lange gedaan in Ermelo te gaan wonen om naast het penningmeesterschap ook de administratie op zich te kunnen nemen. In 1896 kwam hij naar Ermelo. Na twee tijdelijke adressen betrok hij een huis aan de Stationsstraat tegenover de plek waar anno 2022 de Aldimarkt is.

Het huis van de buren is ….
De Lange kocht dus in 1899 het huis van de slager Brants. Mogelijk onder het motto ‘het huis van de buren is slechts eenmaal te koop’. Want dan was het. Het pand waarin anno 2022 Blokker is gehuisvest was er nog niet, en evenmin de villa die vroeger links daarvan heeft gestaan. In dezelfde tijd heeft De Lange ook zijn huurpand van Almekinders gekocht. Het valt nog niet mee om uit de weinige beschikbare gegevens te weten te komen hoe allerlei veranderingen zich indertijd hebben voorgedaan.
Het is aannemelijk dat een zekere Roepman de woning van De Lange heeft gehuurd en daar vanaf najaar 1899 de slagerij van Brants heeft voortgezet. Ondanks veel geplaatste advertenties moet het toch een desillusie zijn geworden, want al na enkele maanden horen we niets meer van hem.


Bondsbureau en -boekhandel

Het zal zo zijn dat het echtpaar De Lange de overstap heeft gemaakt naar het grotere voormalige slagerspand. Behalve de steeds zwaardere functie op ’s Heeren Loo had hij ook een belangrijke rol in de Nederlandschen Bond van Jongelingsvereenigingen op Gereformeerden Grondslag. Het bondsbureau en de bondsboekhandel waren in zijn huis ondergebracht. Het echtpaar De Lange had geen kinderen. Mevrouw de Lange had een groot aandeel in het werk dat in beide onderdelen van de bond moest worden gedaan. De bondsboekhandel zal vooral een functie voor de leden hebben gehad en die woonden overal in het land. Misschien was het vooral een verzendboekhandel, maar misschien is ook de gelegenheid te baat genomen om van de toch beschikbare ruimte gebruik te maken om er een lokale boekhandel van te maken.
Hieronder een van de door Wielenga en De Lange uitgegeven prentbriefkaarten. Johanna Pegman (geb. 1894) was een dochter van de hoofdonderwijzer van ’s Heeren Loo.
Uitgevers van prentbriefkaarten
In 1901 maakten de boekhandelaar Wielenga uit Harderwijk en Joh. T. de Lange uit Ermelo bekend dat zij gezamenlijk een nieuwe reeks van ansichten hadden laten vervaardigen. Twaalf stuks in bijzondere kwaliteit. Al hoewel De Lange niet adverteerde als boekhandelaar was dit toen toch een typische activiteit van boekhandelaren. Wel plaatste hij van tijd tot tijd samen met Wielinga advertenties met de mededeling dat een bepaald boekwerk bij ‘de heer Joh. T. de Lange te Ermelo te koop was. Hij was voor zijn levensonderhoud ook niet afhankelijk van de winkel. Na 1901 zijn die advertenties niet meer aangetroffen.

Boerendans als opvolger
Op 1 oktober 1901 presenteerde ene J.G. Boerendans zich in Ermelo als ‘Boek- en Muziekhandelaar met als handelsnaam De Ermelosche Boekhandel. Er is een fraaie foto bewaard van het huis annex winkel van het echtpaar De Lange waarop in de winkelruit de naam Ermelosche Boekhandel is te ontwaren. Omdat dit het pand van het echtpaar De Lange was én bleef en Boerendans deze winkelnaam gebruikte, moet de conclusie wel zijn dat Boerendans


de zaak van De Lange heeft voorgezet of misschien van lieverlee heeft overgenomen. Het is wel zeker dat dit de eerste echte boekhandel in Ermelo is geweest. Boerendans presenteerde zich veel duidelijker als boekhandelaar en gaf ook verschillende series met prentbriefkaarten uit. Mogelijk is hij ook de naamgever van de winkel.
Verhuizing van de boekhandel
Per 1 november 1904 heeft Boerendans zijn winkel overgedaan aan de heer A.J. Wuestman uit Harderwijk die verder weinig introductie behoeft. Wuestman heeft waarschijnlijk zijn zaak nog even in het pand van De Lange voortgezet, maar in juni 1905 volgde de aanbesteding van een eigen woon- en winkelhuis. Eind augustus 1905 kon de zaak al worden geopend, verbazend snel. In januari 1906 kocht hij de betreffende percelen grond.

Dit is in onze ogen een wat vreemde volgorde, maar kennelijk gebeurde dit in goed vertrouwen tussen de partijen en moest er nog wat geregeld worden. De percelen waren deels eigendom van de Bouwmaatschappij Nieuw- Ermelo en deels van Jan de Mots, opzichter, en diens dochter Peetje. De laatste verstrekte Wuestman een maand later een hypothecaire lening van fl. 10.000,00.
Nieuwe bestemmingen

Dan is er een leemte in de kennis over dit woon-winkelpand. Acht jaar later, in 1925, werd het pand betrokken door een emerituspredikant, J.J.L. Duyvendak. Hij was een kwarteeuw predikant geweest bij de Evangelisch Lutherse Gemeente Schiedam en verhuisde toen naar Ermelo. Na drie jaar vertrok hij naar Bussum waar hij in 1932 overleed. Kennelijk was in de periode van bewoning door Duyvendak de winkelruimte als woonruimte in gebruik.
Na zijn vertrek berichtte de krant dat het pand dat door hem was bewoond geweest weder een winkelpand zou worden. De horloger/juwelier Schaftenaar die in de Kerklaan een zaak had, maakte de overstap naar de Stationsstraat. Zijn zaak viel in de Kerklaan te weinig in het oog. Bij deze overstap tekende de krant aan dat de Stationsstraat steeds meer het karakter van een winkelstraat kreeg. Het is waar, er stonden in de eerste decennia vooral woningen, de meeste met een voortuin.
De verdere geschiedenis in vogelvlucht
We gaan maar even met zevenmijlslaarzen door de geschiedenis van het pand Stationsstraat 95, want anders wordt het veel te lang. In 1947 keek de bloemist Ab Hulstijn het kunstje af van Schaftenaar. Hulstijn verplaatste de van zijn broer overgenomen bloemensalon ook naar het pand van Schaftenaar die misschien mede met het oog daarop op dat moment zijn zaak had verbouwd. Schaftenaar verplaatste in 1952 opnieuw zijn zaak in oostelijke richting, naar Stationsstraat 35. Het door hem verlaten pand werd overgenomen door de Nederlandse Handel-Maatschappij, een filiaal van een Harderwijkse zaak. In 1962 vierde Hulstijn het 25-jarig bestaan van zijn zaak ook met een modernisering en met een bloemenshow.
De Nederlandse Handel Maatschappij fuseerde in 1964 met de Twentsche Bank tot de Algemene Bank Nederland. Het Ermelose filiaal, dat in 1942 maar summier was verbouwd, werd in 1959 fors verbouwd. Vrijwel het gehele pand werd afgebroken om plaats te maken voor een modern gebouw. Hulstijn bleef in/bij het pand gehuisvest in een aangebouwde kas. In 1983 zette Ab Hulstijn zijn zaak om in een plantenspeciaalzaak. De snijbloemen maakten plaats voor kamerplanten. In 1983 stopt Hulstijn en werd voortgezet door Kapteijn bloemen. In de jaren negentig kwam hier nieuwbouw en verscheen op deze plek de snackbar Dixie. De Algemene Bank Nederland sloot haar filiaal op deze plek en nu is daar alweer vele jaren een opticien gevestigd.


