Zoals in het artikel over Groenewoud is verteld, raakte de houder van de Harderwijkse bank van lening rond 1650 verwikkeld in een conflict dat uitliep op een rechtsgeding. Deze ondernemer, tegenwoordig ook pandjesbaas genoemd, was Johan Hercules Patronus. Hij was nog niet zolang eigenaar van de boerderij in Telgt waarover het conflict was ontstaan en die, tot dan toe kennelijk naamloos, de Patronushofstede werd genoemd.
Het stukje Nijkerkerweg waarop de kaart m.i. betrekking heeft
Idem op een kaart uit ca. 1850
De aanleiding voor de vervaardiging
Johannes Patronus heeft zelf een kaart geschetst van de ligging van de in het geding zijnde landerijen. Het was de enige mogelijkheid om voor de rechters in Arnhem te visualiseren wat er precies aan de hand was. Als houder van de bank van lening was hij iemand die met de ganzenveer overweg kon. Hij was echter geen cartograaf. Het is dus een kaart geworden zoals u en ik die gemaakt zouden hebben, zij het dat hij best een aardige weergave maakte van zijn boerderij. Jammer is het dat iemand gemeend heeft om een stuk uit de dubbelgevouwen kaart te moeten scheuren. Daardoor ontbreekt waarschijnlijk wezenlijke informatie die interpretatie misschien gemakkelijker had gemaakt.
De kaart van Patronus
Wat de kaart laat zien.
De kaart toont onderaan een stuk van een weg waarvan links een stuk wordt afgesplitst. De weg zelf gaat door naar Harderwijk. Helemaal boven in de kaart is een kerkje getekend met ernaast het woord Ermel. Dit is te beschouwen als een soort kompasaanduiding. De weg loopt dus ongeveer noord-zuid. Aan (of zelfs op) het afgesplitste gedeelte van de weg staat “het huis van de Kooten hofstee” (de boerderij van de familie Van Cooth) en verder richting Ermelo nog een boerderij. Onderaan – aan de westkant van de weg – zijn kennelijk twee huizen getekend geweest. Er staat bij: de huijsen … en er zijn nog twee gedeelten van gebouwen te zien die ook destijds onmogelijk één gebouw kunnen hebben gevormd. Aan de oostkant van de weg is het zaailand van het erf van de Kooten, nog een zaailand (deels weggescheurd) en het boeiendste deel van de kaart. Dat toont de Patronus hofstede: een hooiberg plus een boerenwoning, kennelijk wat geboomte, een rijtje afzonderlijk getekende bomen, een heel gebied dat mogelijk struikgewas is met daarin de leijs kamp. Helemaal rechts op de kaart een huis met de beschrijving “de kleine pels” en twee parallelle wegen: de oude weg en de nieuwe weg van Patronus’ eigen land gegraven.
De kaart van 1850 gekanteld. Noord is links.
In de doorgaande weg op de kaart zie ik het stuk Nijkerkerweg tussen de Telgterweg en de Groenewoudseweg. De Patronushofstede ligt dan op de plek van Groenewoud. De Grote Pels ligt ongeveer waar zij nu ligt. De Kootenhofstede linksboven ligt op de plaats van de boerderij De Zande die – zoals ik in nummer33 van ’t Erf van Ermelo (2004) heb betoogd – eigendom was van de familie Van de Sande en van Cooth. In de processtukken wordt diverse malen over Jonker (Van de) Sande en Coothen gesproken. Belangrijk ook is de ligging van de Lijskamp. Deze komt exact overeen met de plaats waar zij in 1835 lag. Kadasternummer en -kaart wijzen dat uit. De weg buigt links op de kaart af naar Harderwijk. In mijn interpretatie van de kaart is dat het stuk Telgterweg richting Zeeweg (en dus Harderwijk). Naar boven voert de weg langs De Zande naar Ermelo. Een onlogisch element, vergeleken met de huidige situatie, is de Kleine Pels. Deze ligt nu naast de voormalige school en in Patronus’ tijd zou zij op de hoek Groenewoudseweg hebben gelegen. Een verplaatsing van een klein erf moet echter niet uitgesloten worden geacht. Het rijtje bomen is interessant. Erboven staan enkele woorden, maar deels verdwenen, “ch (of ck) wegh is leesbaar; het woord daaronder niet. Pas na lange tijd ben ik hierin een toegangsweg gaan zien. Dit blijkt heel goed overeen te komen met de eerste Topografische kaart van ongeveer 1850.De Kadasterkaart uit 1830 waarmee ik de situatie altijd heb vergeleken geeft zulke elementen vaak niet weer, want deze zijn niet relevant voor belastingdoeleinden.
Verdere toelichting
Een toegangsweg vanaf deze kant verklaart ook de wat merkwaardige richting van de gevel van de boerderij. Zij heeft steeds schuin op de Nijkerkweg gestaan. Het feit dat een stuk kaart is verdwenen maakt dat de aandacht uitgaat naar de twee wegen rechts op de kaart. Daarover lijkt het proces te zijn gegaan. In de talrijke verhoren die zijn gehouden, wordt echter steeds gevraagd of de getuigen wel het (Pelser) Engetje kennen, dat aan de noord- en oostkant wordt begrensd door Jonckers Sanden land, aan de westkant door het Pelserbosje en aan de zuidkant door het erf van de Lombard. De beschrijvingen variëren: aan de noord- en oostkant wordt ook vaak Jonker Sanden en de Kooten genoemd, aan de westkant de Heeren weg die van Harderwijk naar Nijkerk loopt of die naar Ermel oploopt, en aan de zuidkant wordt vaak naast het erf van de Lombard ook Cornelis Everts Hagentje genoemd. Een hagentje is een soort bosje. Het gaat blijkbaar over het recht van uitweg van het Pelser Engetje over land van Patronus.
Welke aanwijzingen uit recenter tijd zijn er over de precieze ligging van deze landerijen? In 1830 behoorde het zaailand van ’t erf van de Kooten nog steeds bij De Zande. Het was bouwland dat het Pelsstuk werd genoemd. In 1825 verkocht Johan Burghard Tulleken de boerderij de (grote) Pels aan Evert Fijn van Draat. Het eerste daarbij vermelde perceel was het Engetje, een stuk bouwland met hakhout van ruim één bunder en zeventig roeden. Het kadaster was toen nog niet klaar. In 1830 was Fijn van Draat nog eigenaar van dit erf. Het perceel dat de grootte van het Engetje het meest benadert is H 1054. Bij de verkoop van Groenewoud in 1835 werd de Lijskamp genoemd (H 1070 en 1071) Op bijgaande stafkaart heb ik het Engetje, De Grote Pels en de Lijskamp aangegeven. De Grote Zande is H 1047 (rechtsboven).
De situatie in 1832. Noord is hier natuurlijk boven.
Ten slotte
Waarom hier zoveel aandacht besteed aan deze kaart? In de eerste plaats is het leuk om uit te vinden waarop deze kaart betrekking heeft. Voor het gebied van Ermelo is dit een van de zeer weinige detailkaarten van zo lang geleden. Zij geeft ook een illustratie, hoe beperkt ook, van de situatie in een deel van Telgt van 370 jaar geleden.
Zoals ik ook al in 2004 schreef, ben ik mij ervan bewust dat mijn interpretatie sterk afwijkt van hetgeen (nu) wijlen Henk van Hartskamp schreef in de twee drukken van zijn boek Twaalf eeuwen Telgt. Zijn interpretatie berustte grotendeels op een gelijkenis in terreinvormen. Op basis van archiefstukken en de in deze artikelen weergegeven argumenten kom ik tot een andere interpretatie. Waarom dit weer opgerakeld? Ik merk dat de interpretatie van Van Hartskamp in Telgt nog vaak als vaststaand wordt gezien. Ik wil daar de mijne toch weer tegenoverstellen omdat die op een bredere argumentatie berust.