De Pas

Weinig mensen zullen weten dat ooit tussen het huidige terrein van Bartiméus en het oorspronkelijke Groevenbeek een buurtje lag met de naam Kampveld. Daar lagen eens drie boerenerven Groot Kampveld, Klein Kampveld en de Pas. De laatste was waarschijnlijk de kleinste. Aan de andere zijn vrij uitgebreide verhalen gewijd. Dit wat kortere verhaaltje heeft dezelfde, maar wat ingekorte, inleiding als de twee andere.
Er zijn nog wel een paar dingen die herinneren aan Kampveld. De straatnaam Kampvelderweg bij voorbeeld, maar hoe bekender de klank hoe minder we lijken stil te staan bij de oorspronkelijke betekenis. Verder vermelden de makers van de bekende topografische kaarten (stafkaarten) tot op nu toe heel trouwhartig dag de naam Kleine Kampveld bij een bos dat daar ligt.
De naam Kampvelderweg viel al even. Marten Florijn (1893-1992) die ik lang geleden sprak, vertelde dat dit de weg was van Ermelo naar de Roomse kerk in Putten. Zeker was dit een manier om er te komen, vast ook wel de kortste. Het wegje leidde echter naar het erf van de boerderij (Groot) Kampveld en sloot daar aan op een pad dat vanuit Putten naar Harderwijk leidde. Interessant is dat de Kampvelderweg in een officieel stuk uit 1593 wordt aangeduid als de Paswech. Misschien heeft het erfje toch meer betekend dan is op te maken uit het hier volgende verhaaltje.

Een oud wegje

Je zou kunnen zeggen dat de Paul Krügerweg nu voor een deel de functie van de Kampvelderweg heeft overgenomen. Aan het einde daarvan kunnen alleen de fietser en de wandelaar nog verder. Een hek bij een opvallend dikke boom verspert ander verkeer de weg. Misschien deed de boom ooit dienst als baken voor het vervolg van het wegje. Hoe het ook zij, hier betreden wij het gebied van de voormalige buurtschap Kampveld.

Gaan we het wegje in, dan loopt dit nog net als het ruim 200 jaar geleden door De Man op een kaart werd ingetekend. Waar na enkele honderden meters een paar wegen samenkomen, bevinden we ons iets bezijden het erf van de voormalige boerderij Groot Kampveld. Dat ligt aan de rechterkant. Waar de Pas heeft gelegen is niet bekend, maar dat zal aan de linkerkant zijn geweest.

Het gebied Kampveld wordt gezien als een kampontginning. Dat zijn ontginningen met verspreid liggende boerderijen. Aansluitend daaraan ligt het akkerland in onregelmatige blokvormige en door houtwallen omheinde percelen, de zogenaamde kampen. In de andere artikelen over die gebied gaat het wat meer uitgebreid over deze vorm van ontginning.

Ontstaan en landschapstype

Het gebied Kampveld wordt gezien als een kampontginning. Dat zijn ontginningen met verspreid liggende boerderijen. Aansluitend daaraan ligt het akkerland in onregelmatige blokvormige en door houtwallen omheinde percelen, de zogenaamde kampen. In de andere artikelen over die gebied gaat het wat meer uitgebreid over deze vorm van ontginning.

1807. De blokvormige percelen binnen een wal zijn goed zichtbaar. Dat geldt ook voor de geïsoleerde ligging van Kampveld. Overigens vermeldt de kaart foutief Veldcamp.

1815. Een andere versie van in wezen dezelfde kaart. Hierop is mooi weergegeven dat Kampveld op de flank van de stuwwal ligt.

Kampen zijn dus in oorsprong onregelmatige blokvormige en door houtwallen omheinde percelen. Het woord is afgeleid van het Latijnse campus, wat veld of stuk land betekent. Het woord veld verwijst naar vlakke onbebouwde grond. Op de Veluwe was het de gangbare benaming voor de heidevelden die rond dorpen en buurtschappen lagen en die benut werden om schapen en ander vee te weiden. Het lijkt mij dan ook dat we hier moeten denken aan een kampontginning, gelegen in of bij het veld. Kroes merkt op dat namen met de uitgang ‘veld’ al in de 12e eeuw voorkwamen.
We weten dat er op een gegeven moment een onderscheid is ontstaan tussen Groot – en Klein Kampveld. Bij veel boerderijen is na uitbreiding van de cultuurgrond een splitsing toegepast en ontstonden namen met Groot en Klein. Al in 1444 moet die splitsing een feit zijn geweest. Dat blijkt uit lijfpachtbrieven van een erf in Kampveld dat in een latere versie Klein Kampveld wordt genoemd. Het aardige is dat in die brieven – die voor een deel gelijkluidend zijn – de ligging van Klein Kampveld wordt beschreven door aanduiding van de buren en de begrenzingen. In 1444 lag noordelijk ervan het erf van Jan van Campvelt, waarmee Groot Kampveld moet zijn bedoeld. Dat blijkt ook te kloppen met latere beschrijvingen. Aan de oostkant lag een bezitting van Claes van Aller. Daar kun je alle kanten mee op, maar daarmee zou de Pas kunnen zijn bedoeld.

1948. De  wal aan de noordkant is goed zichtbaar, doordat deze zich aan de andere kant van de Putterweg voortzet. (luchtfoto Topografische Dienst)

De blik in westelijke richting bij de splitsing van de weg. Hier lag het erf van Groot Kampveld.

De Pas

De Pas is een verloren gegaan stukje geschiedenis van Ermelo. Voor het eerst vond ik een spoor ervan doordat in het te boek gestelde levensverhaal van de oud-stroper/jachtopziener Cor Koppies sprake was van een laaggelegen weitje ‘het Pasgat’ geheten. Een eerste duidelijke verwijzing vindt plaats in een uit 1488 daterende akte waarin Coppen Onrait Jan van Hierde de waarschap (borgstelling) kwijtscheldt ‘als Ailt van Hierde gedaan heeft van der Pass bij Campvelt’.

De vermelding uit 1488 De Pass komt naar voren in de laatste woorden: de Pass bij Campvelt.

De familie Van Hierde was een vooraanstaande Harderwijkse familie die ook goede betrekkingen onderhield met het Kapittel van Sint Marie in Utrecht. En dit kapittel was eigenaar van in ieder geval Klein Kampveld. Het heeft ook eens pretenties gehad wat betreft het eigendom van Groot Kampveld en de Pas, maar waarschijnlijk hebben de kapittelheren dit onvoldoende hard kunnen maken.

De Pass komt ook voor in een andere akte die gaat over Arnt Onrait. Dat moet wel een verwant van Coppen zijn geweest. Het enige wat daarin wordt gezegd is dat het ‘zuidtweerdt an Campvelt’ lag.

In belastinglijsten van rond 1600 komt de naam De Pas ook voor en wel in relatie met de familie Van Wijnbergen. Na 1630 is er een concrete vermelding van de verkoop van het ‘erf en goed De Pas genaamd in den ampte van Ermel aen Groot Campveld aangelegen’. Kopers waren Jan (of Johan) Feith en zijn echtgenote Berendje Heeck. In het Verpondingsboek van 1650 (een lijst voor een nieuwe grondbelasting) staat Johan Feith ook nog als eigenaar vermeld.

In 1797, dus 150 jaar later, verkocht Maria Feith, weduwe van de predikant J.H. van Raay, het bos of houtgewas De Pas aan Joh. Van Elfrinkhof. Maria was een achterkleindochter van Johan Feith.

Omdat de Pas in de tussenliggende periode niet wordt aangetroffen in stukken over verkoop gaan we er maar vanuit dat het goedje steeds is vererfd.
In 1818 verkocht Maria Campert, weduwe van de predikant Johannes van Elfrinkhof de Pas aan de broers Jan en Klaas Rijks Kuiper, bouwlieden in dezelfde buurtschap. Zij waren zoons van Rijk Kuiper die aan het einde van de 18e eeuw eigenaar was van Groot Kampveld. Met deze verkoop komt een einde aan De Pas als afzonderlijk bezit; het werd ingelijfd bij Groot Kampveld.

De holle weg naar het Pasgat

Hetzelfde wegje in de andere richting

Op zoek naar de Pas

De ligging van Groot Kampveld is op de kadasterkaart van 1832 exact aangegeven. Kunnen we iets zinnigs zeggen over de plekken waar de boerderijen Klein Kampveld en De Pas hebben gestaan? Op het eerste gericht niet, al is het wel aardig om een poging te doen. De lezer moet in het oog houden dat in het volgende veel wordt gespeculeerd.
Op basis van heel oude pachtbrieven weten we dat Klein Kampveld ten zuiden van Groot Kampveld heeft gelegen en dat het aan de oostkant werd begrensd door De Pas. Van de Pas weten we alleen dat het in 1818 aan de noord- en oostkant werd begrensd door het Ermelose Veld. Aan de west- en zuidkant lagen de gronden van Groot Kampveld. De grootte werd aangegeven als ‘ongeveer 11 morgen’. Voor de kopers was dat voldoende want zij kenden het terrein op hun duimpje. Elf morgen komt ongeveer overeen met tien hectare.

De vermoedelijke ligging van de gronden van Klein Kampveld en De Pas

De groen ingetekende percelen liggen aansluitend rond het kleine weilandje (destijds bouwland) dat nog het Pasgat heet. Deze gegevens zijn de basis geworden van de intekening in bovenstaand kaartje. (De lichtere kleur groen is een aanname om tot ca. 10 ha te komen.) Volgens het kadaster is het totaal van deze gronden (incl. Het Pasgat) 10,75 hectare. Dat klopt dus redelijk.

Waar kan De Pas hebben gelegen? Op de kadastrale kaart is tussen de namen van de twee hoofdgebieden een vlekje te zien wat aan uitgummen te wijten kan zijn en wat valt in het tracé van de Zuiderzeestraatweg die juist in die tijd werd geprojecteerd en aangelegd. Een daar staande schuur, waarschijnlijk een schaapskooi, is daar een paar meters buiten de weg opnieuw ingetekend. De oorspronkelijke kaart van de Commissie voor de Zuiderzeestraatweg (1827) laat zien dat de schuur inderdaad oorspronkelijk zo ongeveer op de weg stond. In het dorp Ermelo was dit het geval met een woning bij de kerk. De eigenaar kreeg geld op het huis af te breken en enkele meters naar achteren weer op te bouwen. Voor een schaapskooi was dit aanzienlijk eenvoudiger.
Schaapskooien stonden vaak op enige afstand van de boerderij van de eigenaar aan de rand van de heide. Vanuit dat oogpunt kan het zijn dat deze bij Groot Kampveld heeft gehoord. Of kunnen we er een restant in zien van de Pas? Deze omgeving voldoet ruwweg aan de Utrechtse omschrijving. Interessant is ook dat op deze hoogte een uitsparing in de oostelijke enkwal was toegepast, een mogelijke toegang vanaf de Arnhemse Karweg. Ten slotte is ook op deze hoogte (nu) aan de oostkant van de Harderwijkerweg een duidelijke laagte die vergelijkbaar zou kunnen zijn met de kuil bij Groot Kampveld. Al deze overwegingen leiden tot de op de kaart aangegeven mogelijke plek van De Pas.

Nog iets over de naam De Pas. In de naamkunde wordt snel gedacht aan een verband met Pascuum = weide. Ook heeft het woord de betekenis van een doorgang (van een weg bijv.) Vee werd in oude tijden geweid op ongebruikte grond (bijv. braakliggend). Misschien is het ooit een deel van Groot Kampveld geweest waar dit het geval was. De tweede betekenis kan ook houtsnijden. De Arnhemse Karweg liep vroeger westelijk van de tegenwoordige en misschien was de weg hier een doorgang tussen houtgewas en landerijen van Kampveld en de snel oplopende flank van de stuwwal.

Panoramafoto van het Pasgat

Het gehele verhaal over Kampveld
Tekst en verantw. afbeeldingen