Laat ik vooropstellen dat dit nog geen afgerond verhaal is. Het onderwerp kent vast een langere geschiedenis dan hier aan bod komt. Maar onderzoek daarnaar kost tijd en die is er nu even niet. En wat we nu weten, is ook al best het lezen waard.
De Os, meestal uitgesproken met een ouderwetse verbindende -n (D’n os) ligt op een steenworp afstand van de Buitenbrinkweg, in wat je de oksel van de Horster-Engweg en Horster-Zoomweg zou kunnen noemen. Ik schrijf hier verder ook maar Den Os.
Die plek op de splitsing is best een beetje bijzonder. In de naaste omgeving van den Os zijn overblijfselen van bewoning gevonden uit de 11e tot de 13e eeuw. De nederzetting die hier lag heeft waarschijnlijk wel tot deze boerderij gereikt. Archeologen vonden westelijk van de Horster-Engweg een voorganger die maar weinig afweek van de huidige loop. Aan het begin van de 13e eeuw werd de bewoning hier opgegeven. Vermoed wordt dat de bewoners zich langs de Buitenbrinkweg hebben gevestigd. Het voormalige nederzettingsterrein werd ontwikkeld tot de Horster-Eng, een open akkergebied zonder bewoning. Eigenlijk is den Os lange tijd daarop een uitzondering geweest.
De vrouw op de prentbriefkaart zou Dirkje Nijboer zijn, de vrouw van Johannes (of Hannes) Mulder Dit echtpaar woonde inderdaad in den Os toen de foto werd gemaakt.
Een opname vanuit de lucht rond 1948. Rechts een ingekleurde versie van de kadasterkaart uit 1832. Den Os ligt iets rechts van het midden. Foto en tekening tonen nog veel overeenkomsten. Het begin van de Horster-Engweg liep pal langs het boerenhuis.
Den Os op een prentbriefkaart uit de jaren dertig
Een geroutineerde doopvader in den Os
De oudste vermeldingen van Den Os waarover ik beschik, dateren uit de 18e eeuw en staan ook wel met elkaar in verband. De eerste gaat over Gijsbert Lammertsen, een landbouwer die in de jaren 1725 tot 1742 achtmaal bij de doopvont in Ermelo stond.
De doopaantekening uit 1729 met specifiek de naam Den Os in Horst.
Bij deze dopen stond in het doopboek -behoudens één uitzondering, mogelijk een vergissing – steeds vermeld dat Gijsbert in Horst woonde. Belangrijk voor ons verhaal is dat de predikant bij de optekening in 1742 specifieker was: Gijsbert Lambertsen en Marritje Everts in den Os te Horst. Of Gijsbert eigenaar was, weet ik niet. Wel hebben zowel hij als zijn vader (ook in Horst) steeds stukken grond in eigendom gehad. Dat kan een aanwijzing zijn voor een zekere welstand. Zijn vader was ook kerkmeester en de familie woonde al zeker vanaf 1630 in Horst en Ermelo.
Nog een prentbriefkaart uit de dertiger jaren. Nu van de achterzijde.
Gebruiker én eigenaar
Duidelijker wordt de positie bij een zoon van Gijsbert die Lammert Gijsbertsen heette. In 1760 werd bij hem ‘in den Os’ de smalle tiend geïnd als gebruiker en eigenaar. Die tiend was een oude verplichting. Hij werd geïnd over tuinvruchten als bonen, erwten, wortelen etc. De andere boerderijen waarop blijkens bewaarde lijsten dezelfde verplichting lag, bestonden al heel lang in 1760. Misschien dus een aanwijzing voor een langere geschiedenis.
Rechts een met onwennig handschrift genoteerd lijstje van geïnde tiende in Horst (1842).
De inner begon bij De Waterplas in Tonsel, vervolgens bij J.J. Jager die daar ook woonde. Daarna ging hij naar R. Nummerdor en toen arriveerde hij ín Den Os. Zijn route door Horst en Telgt is goed te volgen.
Een tweede vermelding van Lammert Gijsbertsen dateert uit 1779 en betreft een hypotheek die hij nam op den Os. Hij en zijn vrouw Petertje Hendriks Hop leenden een bedrag van 300 caroli guldens van Petrus Gijsberts Wijnstok en zijn zuster Sara uit Harderwijk. Opnieuw een bevestiging dat Lammert en zijn vrouw eigenaar waren van de door hen bewoonde boerderij. Dit was niet vanzelfsprekend. Veel boerderijen in het buitengebied van Ermelo behoorden toe aan rijke families en werden verpacht. Lammert overleed in 1796, veertien jaar na zijn vrouw. Hun zoon Gijsbert volgde hen op als eigenaar van de boerderij.
De deel van de hypotheekinschrijving uit 1778
Inmiddels zal het de lezer duizelen bij al die Gijsberts die zoons waren van een Lammert en andersom. Er zijn zes generaties bekend met die wisselende namen.
Nieuwe eigenaren
Eind 1798 verkochten Gijsbert Lammertsen en zijn vrouw hun erf en goed den Os in Horst aan Willem Abraham de Meester. Deze was eigenaar van ’s Heeren Loo waar de familie sinds 1735 bezig was een landgoed te realiseren. De familie verwierf in de loop van de tijd heel wat gronden in de wijde omgeving van ’s Heeren Loo.
De weduwe van De Meester verkocht in 1853 de Ermelose bezittingen waaronder het erf den Os met ruim 2 hectare grond. Alle bezittingen gingen over in handen van P.C. Baron Nahuijs, rechter in Arnhem en nadien commissaris van de Koning in Overijssel. De geschiedenis herhaalde zich 30 jaar later. Toen veilde de weduwe van de baron ’s Heeren Loo en alles wat erbij hoorde. Den Os was het 8e perceel van de ruim zestig percelen en werd toegewezen aan Harmen Vliek die namens zijn broer Rikkert had geboden.
P.C. Baron Nahuijs (1803-1882)
De familie Vliek
Rikkert Vliek Rzn.(1892-1972), bewoner van Den Os
Sindsdien is Den Os eigendom van de familie Vliek, al is de boerderij niet steeds door leden van de familie bewoond geweest. Rikkert Vliek Rikkertszoon die de hoeve van Nahuijs had gekocht stierf in 1903, in een periode van zwangerschap van zijn vrouw. Deze familie Vliek legde een bijzondere voorkeur aan de dag voor dames die Van de Pol heetten. Drie achtereenvolgende generaties Vliek kozen een jongedame Van de Pol. Geertje, de weduwe van Rikkert, was niet te benijden. Zij had al vijf kinderen en na het overlijden van Rikkert kwam zoon Jacob nog ter wereld. In 1907 moest zij een boedelscheiding regelen. De boedelbeschrijving noemt natuurlijk ook de onroerende goederen, waaronder den Os. Het lijkt erop dat het gezin deze boerderij zelf bewoonde. Gelukkig was Geertje niet armlastig. Het erf was overigens van ongeveer 2 hectare bij aankoop, gegroeid tot 8,5 ha, plus nog wat verspreid liggende percelen. Meerdere leden van de familie Vliek hadden percelen gekocht van Van Nahuijs. Waarschijnlijk hebben zij onderling een herverdeling gemaakt.
Er is nog best veel uit te zoeken rond den Os, ook uit de recentere tijd. Voor nu houd ik het hierbij. Bekend is dat Hannes Mulder in 1910 pachter was van het erfje. Zijn echtgenote is vereeuwigd op de prentbriefkaart helemaal bovenaan in dit artikel. Ik weet dat nadien Rikkert Vliek, en na hem zoon Jan de boerderij hebben bewoond. Zeker is dat ook nu een Rikkert de bewoner is.
Een Os en een Ezel
Nog een kleinigheid, los van den Os. In de jaren ’80 hoorde ik van de hoogbejaarde broers Kamphorst die met hun zuster naast De Hoogen Geest woonden, dat vroeger op de hoek van de Buitenbrinkweg en de Slagsteeg een huisje had gestaan dat De Ezel werd genoemd. Een leuk idee, nu ik dit net voor Kerstmis 2021 schrijf, dat op zo korte afstand van elkaar in Horst een Os en een Ezel waren te vinden.