Het kan raar lopen. Ik had een verhaaltje geschreven over het voormalige bejaardenpension aan de Horsterweg 64 dat zal worden afgebroken. Daarin moest een kleinigheid worden gecorrigeerd. Pas bij het nazien daarvan ontdekte ik dat al vóór de bouw van het pension op hetzelfde perceel een boerderijtje had gestaan. Het is zelfs nog een paar jaar blijven staan. Het zoeken naar de geschiedenis ervan leidde tot een breder verhaal dat hieronder volgt.
Lees meer over Pension Bokhorst
Horsterweg rond 1950.en in 2022. De Frederik Hendriklaan is aan het eind van de jaren veertig aangelegd..
Al in verschillende artikelen op deze website is naar voren gekomen dat de gemeente Ermelo en enkele andere gemeente in 1843 eigenaren werden van ‘woeste gronden’ die voorheen van de Staat waren. Zij waren voor een zacht prijsje gekocht en daaraan was de voorwaarde verbonden dat de gemeenten deze gronden gingen ontginnen of de ontginning daarvan zouden bevorderen.
Van de ene hand in de andere
Situatie 1871. Aan de Horsterweg (toen Veldweg) zijn enkele woninkjes te zien. Het rode blokje rechts van ‘Veld’ is de woning die toebehoorde aan Van de Pol. De kaart toont een perceel dat is afgescheiden van de heide. In werkelijkheid zal dit toen al geen heide meer zijn geweest.
De Horsterweg is rond 1840 aangelegd. Deze verving de zogenaamde Molenweg die vlak bij het dorp ongeveer dezelfde loop had. Ten noorden ervan lag toen een enorm heidegebied dat steeds al eigendom was van de gemeente. Reindert Goedvree, een landbouwer die in het dorp woonde had, had hier ooit één hectare van de gemeente in erfpacht gekregen. Het perceel ging waarschijnlijk in 1839 over in handen van Jan Bast, de 2e man van de 2e vrouw van zijn vader. Hierbij laat ik het even. Het wordt al moeilijk genoeg. Jan Bast was landbouwer en telg uit een geslacht van Ermelose herbergiers. Hij deed de grond in 1843 over aan Hermanus Veldhuizen, een gepensioneerd belastingontvanger en dorpsgenoot, die misschien kansen zag voor een financieel voordeeltje. Deze heeft het perceel in 1853 verkocht aan Frank van de Pol.
Frank van de Pol
Frank was een zoon van Harmen van de Pol die zich in Telgt had gevestigd en in 1835 de nu nog bestaande boerderij Groenewoud had gekocht. Hij was 24 jaar toen hij in 1843 trouwde met de 20-jarige Klaasje van Emaus. Omdat hij niet de oudste zoon was, ging de boerderij aan zijn neus voorbij en moest Frank op een andere plek aan de kost komen. Hij heeft eerst in Horst gewoond. Op enig moment, waarschijnlijk rond 1865, heeft hij op het verworven perceel aan de Horsterweg een huis laten bouwen en heeft dit vermoedelijk verpacht. Hijzelf woonde met zijn gezin in de buurtschap Veldwijk. Tegelijkertijd moet Frank ongeveer een derdedeel van de grond hebben overgedaan aan Jan Goedvree. Ook Goedvree bouwde iets meer richting dorp een huisje op zijn nieuwverworven perceel.
Frank is in 1878 gestorven. Het stuk grond met huis bleef in erfpacht bij zijn erfgenamen. Weduwe Klaasje, die nog in de buurtschap Veldwijk woonde, overleed eind 1901. Begin 1903 hebben de kinderen hun eigendommen aan de Horsterweg in twee percelen geveild, een oostelijk deel en een westelijk deel. Op dat laatste stond het huisje van Hendrik Toes die het geheel in pacht had. De erfpacht liep per 1 juli 1903 af en moet zijn overgegaan zijn naar Arend Jan Huiskamp en wel voor de duur van 30 jaar.
Arend Jan Huiskamp
Arend Jan was een boerenarbeider, afkomstig uit Epe. Hij is in 1903 erfpachter/eigenaar geworden van 0,73 hectare bouwland met daarop staand huis. Het huis behoorde, zoals verteld, aan de voormalige pachter Hendrik Toes en dit is mee verkocht. Huiskamp verkocht dit in 1905, met ondergrond en nog 10 are aan mevrouw Knuttel. Deze heeft op dat stuk grond het huis gebouwd dat startte als Pension Bokhorst en veel later Pension Marjen ging heten.
Huiskamp heeft al gauw op het resterende gedeelte, tegenover het Kinderhuis van het Leger des Heils en latere paviljoen van Groot-Emaus, een boerderijtje laten bouwen. Het stond wat verder van de weg waardoor vóór het huis ruimte was voor een weiland met boomgaard.
In 1904 was hij getrouwd met Wijmpje Kamphorst. Uit het huwelijk werden drie kinderen geboren, waarvan er twee binnen een jaar stierven. Ook Wijmpje stierf al in 1910, 30 jaar oud. Arend Jan hertrouwde in het daaropvolgende jaar met Grietje Ruiter, een 23-jarige jongedame uit Putten, die hem zes kinderen schonk.
De familie Huiskamp heeft lang aan de Horsterweg gewoond. Door de twee huwelijken van vader Huiskamp waren er twee zonen die Jan heetten. De oudste werd tuinman, tegenwoordig zouden wij waarschijnlijk hovenier zeggen. Hij heeft na de bevrijding bijv. het plantsoen rond het monument voor gevallenen aangelegd en daarmee destijds eer ingelegd.
De jonge Jan werd schoenmaker en elke oudere Ermeloër zal zich deze man en zijn zaak herinneren, gevestigd naast garage Bakker. Nadat hij zich uit de zaak had teruggetrokken, heeft zoon Cees deze nog een aantal jaren voortgezet.
Dochter Petertje trouwde met Klaas Hamstra van de Oude Nijkerkerweg. Dit echtpaar is naast het huis van haar ouders gestart met het Bejaardenpension Marjen. De naam was een samentrekking van de namen van de dochters: Margreet en Jenny.
Toen Huiskamp het perceel kocht, stonden in de naaste omgeving het Kinderhuis en Rustoord (van Veldwijk) en verder drie daglonerswoningen. Staande op een laddertje had hij de boerderij Veldzicht in Tonsel kunnen zien. Misschien hebben een paar boompjes het zicht daarop belemmerd, maar verder was alles kale heide. Nu bevinden we ons op deze plek midden in het dorp.
Jan Huiskamp (de jongere) met Bernard van der Laan.