In het verhaal over de boekverkoopers van Stationsstraat 131 heb ik iets verteld over het grondbezit van M.J. Chevallier. Het ging daarbij om het deel dat resteerde nadat hij zijn landgoed Veldwijk vrijwel geheel had verkocht. Chevallier heeft het meeste daarvan in 1892 ingebracht in de N.V. Bouwmaatschappij ‘Nieuw-Ermelo’ en ontving in ruil daarvoor aandelen in die N.V. Onder de afgestane gronden was ook een perceel van ruim 68 are tegenover de latere boekhandel Riemer. Het oostelijke deel van dat perceel is in 1894 verkocht aan de heer Jan Bijleveld.
Wie was Jan Bijleveld?
In 1891 werd de stichting ’s Heeren Loo geopend. Het begon op heel kleine schaal en daardoor had de directeur Fokko Kortlang veel taken. Bij de administratie werd hij geholpen door een zekere Jan Bijleveld. In de school van de stichting was mejuffrouw Trijntje Kruijff werkzaam. Vanwege haar voorgenomen huwelijk met Bijleveld nam zij in 1894 ontslag. Het paar liet in het voorjaar in Ermelo een huis bouwen op het hierboven bedoelde perceel.
Bijleveld en zijn vrouw waren niet zo jong meer, hij was 42 jaar oud en zij 37 jaar. Kinderen zijn uit het huwelijk dan ook niet meer niet geboren.
Vier jaar later bood het echtpaar Bijleveld twee nette woonhuizen te koop of te huur aan.
Dat moet in verband hebben gestaan met de verhuizing naar Rheden die in 1899 volgde. Daar is Jan Bijleveld al in 1901 overleden.
Twee huizen? Hoe zit dat?
In 1894 liet Bijleveld één huis aanbesteden. Vier jaar later bood hij twee huizen te koop of te huur aan. De dokterswoning is ook gebouwd op het stuk grond dat door Bijleveld was gekocht. De gegevens uit het kadaster zijn wat tegenstrijdig. Maar alles overziend kunnen we aannemen dat Bijleveld op Stationsstraat 114 heeft gewoond en dat dit huis toen al in twee woningen kon worden gesplitst. Het andere deel van zijn perceel moet in 1898 zijn gekocht door de weduwe Rosetta Francis Thepass-Stavers, een uit Engeland afkomstige dame. Zij heeft waarschijnlijk in 1899 de latere dokterswoning laten bouwen. Die bleek al vrij snel Groenoord te zijn genoemd. Een vorige woning van mevrouw Thepass elders in Nederland droeg ook deze naam. Dat is dus wel een duidelijke aanwijzing voor de bouw door deze dame.
De woning in de tijd van de familie Van Lerven.
Mevrouw Thepass was al in 1893 in Ermelo komen wonen en heeft enige tijd in Korper Seba bij het station ingewoond. Waarschijnlijk is zij naar Ermelo gekomen vanwege het feit dat haar zoon William Henry in Veldwijk werd verpleegd. In 1903 overleed William na een 15-jarig verblijf in de instelling. Zijn moeder bedankte in een advertentie al degenen die hadden bijgedragen aan de liefderijke verpleging. Veel redenen om in Ermelo te blijven wonen zal zij niet hebben gehad. In 1907 werd een poging gedaan om de woning te verkopen. Om onbekende redenen ging dat niet door. In 1911 lukte het alsnog. Mevrouw Thepass was waarschijnlijk allang uit Ermelo vertrokken. Groenoord werd in de tussenliggende periode door een familie Van Lerven geëxploiteerd als pension.
Artsenwoning
In 1910 stelde de gemeenteraad een gemeentearts aan voor Ermelo. Tot die tijd was de gewone huisartsenzorg in het dorp waargenomen door dokter S.P. Timmers, een arts van Veldwijk.
De heer Timmers was maatschappelijk actief in Ermelo. Hij was voorzitter van de Schietvereniging ‘Piet Cronjé’ en ook van de sociëteit voor cliënten van Veldwijk die in gezinsverpleging in het dorp woonden.
Er werd dus iemand bereid gevonden om als gemeente-arts in Ermelo werkzaam te zijn. Dat was B. Plomp jr. uit Dedemsvaart. Ik neem aan dat een dergelijke arts een beperkte taak had, mogelijk voor de armen en voor het toedienen van vaccinaties, lijkschouw etc., in feite openbare gezondheidszorg. Die gemeentelijke taak kreeg in die tijd wel meer aandacht, zoals uit blijkt uit allerlei instructies, aandacht voor waterleiding en ziekenbarakken etc.
Timmers, die naar Harderwijk vertrok, achtte zich met de benoeming van Plomp ontslagen van zijn verantwoordelijkheid voor de dorpelingen. Plomp volgde hem ook op in diens hoedanigheid van fonds-geneesheer der N.C.S.M. afd. Ermelo, wat dat ook wezen moge. De dorpelingen toonden zich dankbaar jegens Timmers vanwege de verleende hulp.
De gemeente Ermelo had zich gebogen over het vraagstuk waar de geneesheer zou moeten gaan wonen. En over de vraag of hem een woning moest worden geboden met vrije bewoning of dat hij een woonvergoeding zou moeten krijgen. Men had naar een woning uitgekeken en eigenlijk was villa Groenoord de enige passende oplossing. Het werd een woonvergoeding van fl. 400 per jaar en de betrokken arts, Bernardus Plomp jr., heeft toen zelf de villa gekocht.
Adreszijde bovenste foto. De afzender vertelt dat dit de artsenwoning van Ermelo is.
Heel lang is Plomp niet in Ermelo gebleven. In 1915 vertrok hij al, waarschijnlijk om legerarts te worden. De Ermelose bevolking zag hem node gaan. Hij was ook maatschappelijk actief en was bijv. een van de oprichters van de vereniging voor vreemdelingenverkeer (V.V.V.). Plomp werd opgevolgd door de arts G.B. van Leeuwen uit Renswoude die Groenoord betrok. Deze werd ook benoemd tot gemeentegeneesheer én tot spoorarts voor het station Ermelo-Veldwijk!
Lang is ook Van Leeuwen niet gebleven. In september 1916 deed hij zijn praktijk over aan de arts J.C. Helder die al vele jaren in het Groningse dorp ’t Zandt een praktijk had gehad. Met het oog op de studie van zijn kinderen verhuisde hij naar Ermelo. Nu de villa door een gezin met opgroeiende kinderen werd betrokken, was kennelijk een verbouwing nodig. Onder architectuur van Johan Kortlang Fzn. werd die in 1918 uitgevoerd. Helder wist zich in zijn Ermelose periode geliefd te maken bij de Ermelose bevolking. Hij maakte ook de toch wel opvallende ontwikkeling mee van het ziekenhuis Salem en had daarin een werkzaam aandeel. In 1911 was Salem nog in een huurpand gevestigd maar in 1928 was het al een redelijk groot streekziekenhuis in een eigen pand. Helder stierf in 1931 plotseling op 61-jarige leeftijd, enkele weken voordat hij via een werkkring met meer regelmaat wat rustiger aan zou gaan doen.
Dokter Waardenburg
Opvolger van de overleden arts was de heer S. Waardenburg. Er zijn nog wel Ermeloërs die herinneringen aan hem bewaren want hij is tot 1954 in Ermelo huisarts geweest. In dat jaar vertrok hij naar de Hoekse Waard om daar als schoolarts te gaan werken. Misschien om dezelfde redenen die dokter Helder voor ogen had gehad.
Opvolgers werden heer en mevrouw Bekker-Jansen, een uit Amsterdam afkomstig artsenpaar. De familie Bekker heeft sindsdien een belangrijke plaats ingenomen in de Ermelose huisartsenzorg. Over Karel Bekker weten oudere Ermeloërs nog veel anekdotes op te dissen. De familie Bekker heeft de prominente plek van de praktijk aan de Stationsstraat moeten opgeven omdat de gemeente Ermelo achter hun huis een nieuw gemeentehuis had gepland.
Laatste bewoners
Familie en praktijk verhuisden medio 1978 naar een nieuwe woning aan de Koningin Emmalaan. De gemeente had daar voordien een gebouw waarin eens de elektrische centrale gevestigd was geweest. Het gebouw was er nog en in gebruik bij de Dienst Gemeentewerken. Het echtpaar Bekker werd in 1982 opgevolgd door zoon Frits en zijn echtgenote die het stokje inmiddels hebben doorgegeven aan een zoon.
Maar we moeten nog even terug naar het eigenlijke onderwerp, het dokterspand. Dat moest plaats maken voor een plein dat het nieuwe gemeentehuis zou moeten verbinden met de Stationsstraat, het Raadhuisplein. De dubbele woning die ernaast had gestaan was al jaren daarvoor afgebroken. Daar was sindsdien en een nogal treurige parkeerplaats. Villa Groenoord werd, na 80 jaar hier toch wel beeldbepalend te zijn geweest, rond 1978 afgebroken.