Groenewoud

De boerderij Groenewoud ligt – en dat zal de lezer niet verbazen – aan de Groenewoudseweg. Alleen zijn we daarmee nog niet veel verder. Want waar deze weg ligt, is niet algemeen bekend, al heeft de straatnaam sinds 1987 een officiële status. Veel huizen staan er trouwens niet aan. De Groenewoudseweg is de eerste weg links wanneer je de Nijkerkerweg bij de oude school in Telgt bent opgegaan.

De boerderij Groenewoud zag je voorheen vanaf de Nijkerkerweg al snel liggen. Omdat de eigenaren de beplanting van vroeger hebben gereconstrueerd moet je nu iets verder rijden, maar dan wordt het geduld beloond. Onder zwaar geboomte zie je daar dan toch een mooie Veluwse boerderij liggen. Een oud boerenerf ook, waarover nog wel iets te vertellen valt.

Naam

De naam Groenewoud is van de soort die op fantasie berust en een poëtisch tintje heeft. Hij is anders dan de meeste andere, die eindigen op -goed, erf of huis en die naar de eigenaar zijn genoemd of naar de ligging. Al zal Groenewoud wel een verwijzing naar aanwezigheid van geboomte bevatten. Erg oud is de naam niet. Nu is oud een relatief begrip. De oudste vermelding van de naam Groenewoud die ik ken, dateert uit 1697. Deze neem ik maar als vertrekpunt om te bezien wie sindsdien de boerderij in bezit hebben gehad en de grond hebben bewerkt. Daarna zullen we bekijken of boerderij wellicht al voor 1697 bestond en of er iets te vinden is van de vroegere geschiedenis.

Groenewoud en omgeving in 1885

De familie De Mayne

In 1697 verkocht Catharina Patronus, weduwe van Abraham de Mein, “een half erf en goed het groene wout gelegen tot telcht” aan haar zoon Jacobus de Mein en haar schoondochter Wijchmoet Cornelissen van Hell. De andere helft bezat Catharina in tucht, d.w.z. zij had er het vruchtgebruik van. Catharina was de dochter van Johannes Hercules Patronus, de houder van de bank van lening in Harderwijk. Meer over de verschillende generaties van de familie Patronus en de relatie tot de familie De Mayne vindt de lezer via onderstaande knop. De verkoop vond plaats in een periode waarin er binnen de familie geschillen bestonden. Dochter Jannette machtigde haar zwager Otto van Dijckhuijsen in een van deze kwesties. Of Catharina een wispelturige vrouw was of dat de omstandigheden haar dwongen, weet ik niet, maar feit is dat zij verschillende malen haar testament heeft herroepen. Haar zakelijke regelingen werden haar in de familie in ieder geval niet in dank afgenomen. Er werd in Zutphen vastgelegd dat zij op onordentelijke wijze met haar goederen omging. Catharina kwam op 14 maart 1706 te overlijden, waarna de onverdeelde helft verdeeld zal zijn onder haar kinderen. Schoonzoon Jan Vossen verkocht daarna zijn aandelen in het goed aan zijn zwager Otto van Dijckhuijsen jr. die kennelijk belang had bij uitbreiding van zijn bezit in Telgt.

Lees meer over de Lommerd

De periode Van Voorst

Daarna zwijgen de bronnen tot 1724. Groenewoud blijkt dan in het bezit te zijn van Cunnetje (eigenlijk Cunera) Lambers Sas, de weduwe van Franck Suijck. De vader van Cunera was een vermogende Harderwijkse koopman. Haar echtgenoot was luitenant van de schutterij en werd in 1704 tot schepen gekozen. Zij hadden vier kinderen. Dochter Weimina trouwde met Boon van Voorst, een koopman in o.a. touw en ijzerwerk.

In 1724 wilde Van Voorst ontvanger worden van het Schoutambt Ermelo. Daarvoor moest geld op tafel komen. Zijn schoonmoeder stelde zich borg en verbond hieraan als onderpand haar erf Groenewoud in Telgt, verder een stuk land Cuypers Mudde aldaar en nog enkele landerijen in Horst. Boon van Voorst en zijn vrouw Weimina kregen tien kinderen, van wie er zes ten hoogste enkele maanden oud werden, een situatie om even stil van te worden. Drie zoons en één dochter bleven in leven, groeiden op en bereikten een behoorlijke leeftijd.

Verkoop aan …

Groenewoud vererfde toen enige malen binnen de familie. in 1835 werd de boerderij, eigendom van de minderjarige Johan van Voorst, na een familieberaad verkocht. Het geheel was toen ruim 29 bunder groot. Het bestond uit een boerenwoning, genummerd E 28, twee schuren, een hooiberg en een varkenskot. Aan de westzijde werd het bezit begrensd door de Pelssteeg. Dit moet de huidige Nijkerkerweg zijn. De bijbehorende landerijen werden bij name genoemd: de Lijskamp, de Dertien Schepels, de Maatakker, de Broodakker, de Hopmansakkers, de Veertien Schepels in den Eng, het Kuipers Mud, het Mud voor het Schot (schot = schaapskooi), de Drie Schepels voor het Schot, de Driest in den Eng, (bouwland) bij het Papenbosch, het Slag, de Hooikamp en het Weiland. Zoals gebruikelijk behoorden er nog enige hooilanden op Riebroek bij. Deze percelen zijn op de oudste kadasterkaart terug te vinden.

De familie Van de Pol

Koper van het grootste deel werd Harmen Franken van de Pol. Deze woonde toen op de boerderij Boshof aan de Riebroekersteeg. Hij was daarvan de pachter. Naar wordt aangenomen is hij op Groenewoud gaan wonen, al is dat pas na 1844 gebeurd. Harmen kwam in 1867 op 81-jarige leeftijd te overlijden. Zoon Jan, gehuwd met Heimina ten Hove volgde hem op. Het echtpaar kreeg negen kinderen, van welke zoon Harmen opvolger werd op de boerderij. Jan van de Pol bereikte de leeftijd van 61 jaar; zoon Harmen werd 91 jaar. Harmen trouwde met Jacobje Mouw. Zij kregen samen zes kinderen van wie dochter Ger en zoon Otto op de boerderij zijn blijven wonen. Ger heeft er lang gewoond, tot 1996. Toen verhuisde zij naar De Dillenburg waar zij in 1999 op 95-jarige leeftijd overleed. Verschillende leden van de familie van de Pol die op Groenewoud bleven wonen, hebben een voor hun tijd hoge leeftijd bereikt. Dat gold echter niet voor broer Otto die in 1970 op 60-jarige leeftijd stierf.

Groenewoud en omgeving in 1832. Enkele percelen zijn van namen voorzien. Bij Groenewoud behoorden ook percelen in de Telgter Eng, op Riebroek en elders in Telgt. Het perceel De Eng behoorde bij de Grote Zande (ten noorden van Groenewoud)

Toen ik in oktober 1978 Ger van de Pol op Groenewoud bezocht, lepelde zij zo een aantal van de in 1835 vermelde perceelsnamen op. Haar waren ook de meeste boerderijnamen uit Horst en Telgt bekend. Zij zat vol verhalen die ik helaas niet heb genoteerd. Ook haar zwager en toenmalige buurman in hetzelfde pand, meester Dirk Kuiper, wist nog verbazend veel namen te noemen. Als beginnend verzamelaar van boerderij- en veldnamen kwam ik na deze bezoeken met een rijke oogst thuis. Later heb ik met behulp van andere bronnen kunnen constateren dat ook vrijwel alles klopte. De Hopmansakker, de Broodakker, de Drie Schepel, Papenbosch waren namen die sinds 1835 waren blijven leven.

In 1907 kreeg Harmen van de Pol een bouwvergunning voor een nieuw te bouwen boerderij.

Sinds 1996 is Groenewoud eigendom van de broers Gerard en Wouter de Vries, Telgtenaren gedurende diverse generaties.

Oudere geschiedenis

In het begin van dit artikel heb ik het jaar 1697 als ijk- en vertrekpunt genomen, omdat uit dat jaar de oudste vermelding stamt die mij bekend is. Is er iets over de vroegere geschiedenis te vermelden? Ik denk van wel. Veertig jaar voordien speelde zich in Telgt een ruzie af rond een uitweg. Het ging tussen de eigenaren van De Grote Pels en Johannes Patronus. Het kwam tot een proces. Toen al werd daar flink werk van gemaakt. Een dik pak papier was het resultaat en dat wordt al 350 jaar bewaard. In Arnhem was dat altijd al in te zien, maar tegenwoordig kun je die papieren ook thuis via internet bestuderen. Johan Hercules Patronus was de vader van Catharina. Hij kwam tussen 1649 en 1656 in het bezit van een boerderij die in het proces aangeduid wordt met de Patronushofstede. Dat stond natuurlijk in verband met het feit dat hij eigenaar was. In het Cohier van Verponding uit 1649/1650 (een lijst gemaakt voor belastingdoeleinden) komen de namen Patronus(hofstede) en Groenewoud niet voor.

Uit de processtukken blijkt dat Patronus de boerderij recent had gekocht van een Van Boecop. Deze naam komen we wel tegen en wel slechts eenmaal. Pachter was toen Lambert Gijsbertsen. Het moet daarbij dus gaan om het door Patronus gekocht erf. Bovendien is in het procesdossier een getuigenverhoor opgenomen van Lambert Gijsbertsen, die verklaarde op het goed van de Lombard, voorheen Boecop, te hebben gewoond. In 1623 vinden we Ernst van Boecop vermeld als landheer van een boerderij. Het is aannemelijk dat het ook hier weer om hetzelfde erf gaat.

Patronushofstede en Groenewoud identiek?

We hebben nu een erf dat in 1623 bestond, kennelijk nog geen naam had en dat rond 1652 werd verkocht aan de vader van Catharina Patronus. Vijfenveertig jaar later verkocht Catharina het erf Groenewoud.
Gaat het om dezelfde boerderij? Dat kan haast niet anders.. In een afzonderlijk artikeltje ga ik verder in op de details van een kaart, die mij aanleiding geeft tot die gedachte. Op zoek naar het verdere verleden van Groenewoud kan ik nog één stapje maken. In het Oud-Archief van Arnhem bevindt zich een lijst van eigenaren en pachters van boerderijen onder Ermelo. Deze komt sterk overeen met de lijst uit 1623 waaruit ik de naam Ernst van Boecop heb geput. Nauwkeurige vergelijking levert de aanname op dat in 1595 Lambert Sijmonsz pachter was.

Mogelijk is hij de vader van de Pouwels Lamberts die in 1623 pachter was. Helaas staat de naam van de landheer van dat moment niet vermeld. Misschien dat de ongetwijfeld langere historie van Groenewoud nog eens wordt ontrafeld.

Detail van de kaart waarop de hofstede getekend staat. Te herkennen is een hooiberg. Rechts daarvan is met enige goede wil een boerenhuis te herkennen, deels schuilgaand achter geboomte.

Dit verhaal was tot hier een bewerking van een artikel dat in 2004 in ’t Erf van Ermel is gepubliceerd. Sindsdien zijn er aanwijzingen gevonden dat deze boerderij in de 16e eeuw heeft toebehoord aan leden van de familie Van Oldenbarnevelt. Om hierover zekerheid te krijgen is meer onderzoek nodig. Dat zou de bekende geschiedenis van dit boerenerf weer een stukje kunnen verlengen.

Tekst, bronnen, Verantw. afbeeldingen
Lees meer over de kaart van Patronus