Dit verhaal sluit aan bij dat over het St. Jansdal of ’s Heeren Loo dat op een andere pagina onder de buurtschap Horst is gepubliceerd.
Poortgebouw en boerderij op een tekening die Cornelis Pronk rond 1740 maakte. (bron: zie verantwoording)
De boerderij in ’t Loo, op zeker moment Groot Loo genoemd, stond vlak bij het laat 15e-eeuwse poortgebouw van het Sint Jansdal.
Ooit zal de boerderij alle voedingsmiddelen voor de kloosterbroeders hebben geleverd. Daarbij behoorde trouwens ook bier. Destijds was dit een gewone volksdrank omdat goed drinkwater zeldzaam was.
Uit een bewaard gebleven kasboekje uit 1527 blijkt dat er in het Sint Jansdal hop werd verbouwd, een belangrijk ingrediënt voor bier. Uit hetzelfde boekje blijkt dat de kloosterbroeders ook wel graag een wijntje dronken, wat meestal gebeurde als er bezoek was. Wijn moest natuurlijk elders worden gekocht.
Veiling en vervolg
De Staten van de Veluwe die de kloostergoederen sinds de reformatie beheerden, veilden deze in 1735. In het verslag stond een korte en daardoor onvolledige opsomming van bijbehorende landerijen. Naast de vlak bij de boerderij gelegen percelen ging het om land op de Rietmheen, aan de kust bij Horst, en houtgewassen voor de poort en bij de Looër Eng.
In de periode van 1735 tot 1883 hadden de families De Meester en Nahuijs ’s Heeren Loo in eigendom.
Het verslag van de veiling in 1735
Groot Loo in andere handen
Het werd toen een uitgestrekt landgoed. Na het overlijden van de weduwe Nahuijs werd dit in 1883 geveild en viel het uiteen in veel percelen. De familie Sickinghe kocht het landhuis met park, koetshuis, tuinmanswoning en enkele landerijen en bossen. Op dit terrein van beperkte grootte werd in 1891 de stichting ’s Heeren Loo geopend.
Het donker gemaakte deel van ’s Heeren Loo werd gekocht door Sickinghe. Groot Loo grensde direct daaraan.
De boerderij Groot Loo behoorde na 1883 dus niet toe aan de familie Sickinghe. Zij was bij de veiling door de erven Nahuijs gekocht door een lid van de familie Sandberg die het niet lang heeft behouden, maar heeft doorverkocht aan Egbert Julius Vitringa, lid van een familie van burgemeesters en notarissen van Ermelo.
Aart Dekker
De verhalen die zijn overgeleverd over de vestiging van de familie Dekker gunnen ons een blik in de werkelijkheid van het boerenbestaan rond 1880.
Aart Dekker, geboren in Vierhouten in 1846, kreeg in 1881 een boerderij in Leuvenum in pacht en verhuisde daarheen met zijn gezin. Vier jaar later, op 22 februari 1885, verhuisde hij opnieuw, nu naar ’s Heeren Loo. De pacht in Leuvenum zou hem per Sinte Peter (22 februari) zijn opgezegd. Per dezelfde datum zou de huur van Groot Loo zijn ingegaan. Omdat die boerderij geen dag mocht leeg staan, was zoon Evert al met de koeien vooruitgestuurd. Dit is het begin van een soort Dekkersaga in deze omgeving. We komen leden van deze familie vanaf dat tijdstip overal rond ’s Heeren Loo tegen.
Het eerste door ’s Heeren Loo gebouwde paviljoen
Aart Dekker heeft vanaf 1891 de naaste omgeving sterk zien veranderen. De weinige gebouwen van het landgoed ’s Heeren Loo kregen een andere bestemming. De directeur van de nieuwe inrichting betrok het herenhuis en ving daar ook de eerste cliënten op. Een kamer op de eerste verdieping deed dienst als schoollokaal. Het voormalige poortgebouw en het koetshuis werden in gebruik genomen als tuinmanswoning en paviljoen, Niet ver van de boerderij van Aart bouwde ’s Heeren Loo een paviljoen, het eerste van vele die in de jaren en decennia hierna zouden volgen.
1894. Een veelbewogen jaar
De ruimte op de nieuwe inrichting was beperkt en de nood onder de doelgroep groot. Er kon lang niet aan alle aanvragen tot opname worden voldaan. Het bestuur dacht na over de mogelijkheden van uitbreiding. Het jaar 1894 bracht nogal wat veranderingen. Directeur Kortlang kampte met gezondheidsklachten en moest enige tijd in Velp herstellen. Mogelijk hadden de vele werkzaamheden te veel geëist van zijn gestel. Ook zijn vrouw werd ziek. Zij leed aan tuberculose en stierf op 20 juni 1894. De taken van de directeur en zijn vrouw waren intussen zo goed en kwaad als het ging door anderen waargenomen.
Inmiddels hadden de erfgenamen van Egbert Vitringa in het voorjaar besloten om de landerijen in Horst te veilen. Dit op een, gezien het voorgaande, voor ’s Heeren Loo duidelijk ongelukkig tijdstip. De grond van de buren komt volgens een volkswijsheid maar één keer te koop. De boerderij Groot Loo lag zo ongeveer tegen het inmiddels als school ingerichte voormalige koetshuis aan. De inspecteurs van het staatstoezicht zullen dit mogelijk ook een ongewenste situatie hebben gevonden.
De oorspronkelijk boerenwoning Groot Loo op de achtergrond. Op de voorgrond een erbij behorende schuur. De wanden van de boerderij moeten met leem bestreken zijn geweest.
Aankoop en doorverkoop door Aart Dekker
Waarschijnlijk was Aart Dekker een goede en betrouwbare buurman gebleken en heeft hij het op Groot Loo ook naar zijn zin gehad. Het kan zijn dat ’s Heeren Loo met hem heeft afgesproken dat de pachter zou proberen om Groot Loo te kopen. Dit met de bedoeling om later een deel door te verkopen aan ’s Heeren Loo. Zo is de uitkomst wel geweest. Dekker werd eigenaar van de bouwhof Groot Loo voor het bedrag van fl. 7.025,00.
Eind 1894 had het bestuur van ’s Heeren Loo besloten om de stichting uit te breiden. Medio 1896 kreeg de stichting toestemming om het aantal verpleegden uit te breiden naar 126, wat mogelijk een teleurstelling betekende. Misschien heeft de beperkte ruimte een rol gespeeld bij de beslissing. In 1897 verkocht Aart Dekker een aantal percelen van zijn boerderij aan ’s Heeren Loo, waardoor uitbreiding van de stichting daadwerkelijk mogelijk werd. In 1898 volgde alsnog toestemming om het aantal verpleegden uit te breiden tot 171 verpleegden.
Een nieuwe boerderij op een nieuwe plek
Om een verantwoorde nieuwe inrichting en dito gebruik van het terrein mogelijk te maken moest de oude boerderij van ’s Heeren Loo uiteindelijk haar plek afstaan, althans het gebruik van de gebouwen als boerderij. Daarom heeft Aart Dekker een nieuwe woning gebouwd op een plek even ten noorden van de oude, buiten de oude kloostergracht. Dat zal ook in 1897 zijn geweest, want aan het einde van dat jaar verhuisde zoon Evert naar de nieuwe woonplek.
In 1903 kocht Evert de boerderij van zijn vader, die waarschijnlijk met dochter Maasje in het oude huis is blijven wonen.
Evert heeft wel de naam van de oude plek meeverhuisd naar de nieuwe woning. Dat blijkt uit een hypotheekakte uit 1908. In 1912 bouwde de familie aan de noordkant van de Horloseweg een nieuwe boerderij en daar moet Evert zijn gaan wonen.
De door de familie Van de Pol bewoonde boerderij in 1980
Het oude Groot Loo is nog een behoorlijk aantal jaren blijven staan en is dus mogelijk nog woning gebleven voor Aart Dekker. Aart overleed in 1916. De door Evert verlaten nieuwe boerderij is na verloop van tijd betrokken door Lubbert van de Pol (1899 – 1953) wiens zoon Jan de pacht nadien overnam en het boerenbedrijf heeft voortgezet. In 1993 werd de familie Van de Pol de pacht opgezegd omdat ’s Heeren Loo-Lozenoord de daar staande twee woningen wilde afbreken. Dat is ook gebeurd en daarmee verdween na 700 jaar een boerenbedrijf dat mogelijk ooit de basis is geweest voor het klooster Sint Jansdal.