Op de hoek van de Horsterweg en de Hortensialaan staat een groot gebouw met de naam De Horst.
Het behoort bij ’s Heeren Loo Midden-Nederland. Jongvolwassenen met een lichte verstandelijke beperking en bijkomende problemen kunnen hier begeleiding ontvangen.
Dit is een plek met geschiedenis. Het gebouw op deze foto treft de lezer hier niet meer aan. Dat is al 30 jaar geleden afgebroken en vervangen door een nieuw pand. Over het voormalige pand gaat dit artikel.
De Riet
De Riet, het gebied tussen Horsterweg en Stationsstraat was rond 1890 nog nagenoeg leeg. Het was een gebied met behoorlijke hoogteverschillen. Dat kun je al zien aan de namen Hooge Riet en Lage Riet die al lang geleden bestonden en in Ermelo nog steeds een bekende klank hebben.
Tussen bosschages lagen akkers en ook een weiland. Na de opening van Veldwijk was in de buurt van de nieuwe woning Riethorst van de heer Chevallier een instelling voor zenuwlijders gebouwd, Rustoord genaamd. De instelling kwam niet tot bloei en werd bij Veldwijk gevoegd. Behalve dit gebouw, het nog bestaande grote witte gebouw aan de Hortensialaan, stonden er verspreid alleen wat armelijke landarbeiderswoninkjes rond de Horsterweg.
1900. Gezicht op de Stationsstraat vanaf een hoog punt in de Riet. Helemaal rechts een deel van de Immanuelkerk.
Anna Knuttel
In 1897 kocht mejuffrouw Anna Theodora Knuttel in deze buurt een stuk bouwland. Het lag aan de zuidkant van de Horsterweg. Anna Knuttel was verbonden aan het Leger des Heils. Zij heeft op haar nieuwe perceel een groot huis gebouwd dat zou gaan dienen als kinderhuis van deze organisatie. Al een paar jaar eerder had deze vermogende dame aan de Chevallierlaan de villa Ruimzicht gebouwd die onderdak bood aan vijf ongehuwde tantes.
1916. Anna Knuttel op 45-jarige leeftijd.
Het Leger des Heils naar Ermelo …
Anna Knuttel was werkzaam geweest in een ziekenhuis van het Leger des Heils in Amsterdam. De exploitatie daarvan was te duur en niet vol te houden. Het ziekenhuis werd daarom gesloten en de leiding van het leger had al snel een nieuwe functie voor kapiteine Knuttel in gedachten.
Zij zou directrice worden van een nieuw te openen kinderhuis in Ermelo.
Gezicht op de achterzijde van De Horst, vanaf ‘de Ermelosche Berg op de Hooge Riet
De kinderen die daar kwamen te wonen waren verwaarloosd of wees en afkomstig uit een dergelijk huis in Hillegersberg. Het tehuis in Hillegersberg verkeerde in zeer slechte staat. De plannen zullen in nauw overleg met Anna Knuttel zijn gemaakt, want ze staan eigenlijk ook in relatie met de herhuisvesting van haar tantes.
En weer weg uit Ermelo
Op 25 augustus 1898 vond de verhuizing van de kinderen plaats naar een tijdelijk onderkomen in Ermelo. Drie maanden later werd de definitieve huisvesting met een capaciteit van twintig bewoners in gebruik genomen. Al snel was een uitbreiding nodig. Er werden enkele kamers en een koetsierswoning bijgebouwd. Wat betreft de leiding van het tehuis lijken de zaken anders te zijn gelopen dan gepland. Niet Anna maar Aleida Bokhorst werd directrice.
Fragment uit ‘Ons Blaadje’, een weekblaadje voor de jeugd (1905)
Niet alleen wat betreft de directie van het Kinderhuis liep het anders. Al in 1901 bood Anna Knuttel het pand te koop aan met mogelijkheid van directe aanvaarding. Dat was op zijn zachtst gezegd merkwaardig. Waar moesten de daar ondergebrachte kinderen zo snel heen? De verkoop is niet doorgegaan. De veiling werd opgehouden, waarschijnlijk omdat er geen acceptabel bod werd uitgebracht.
Fragment uit het boekje ‘Nog eenige grepen uit den arbeid van het Leger des Heils in Nederland (1902)
Maar een paar jaar later was het qua verkoop van het Kinderhuis wel raak. Nu ging het wel door. De adjudante Roose van het Heilsleger moest het nare bericht over de verkoop aan de kinderen vertellen en stelde hen voor om voor nieuwe huisvesting te bidden. Of het daaraan heeft gelegen zullen we nooit weten, maar in februari 1905 konden de kinderen verhuizen naar een nog geen 10 jaar oude kapitale villa in Naarden.
Het komt allemaal wat raar over. Eerst een pand bouwen om verschoppelingen te huisvesten en hen dan -althans zo op het oog – in de steek laten. In een uitgebreid artikel over het leven van Anna wordt geprobeerd hiervoor een verklaring te vinden.
Aardig is dat een Ermeloër rond 1970 nog herinneringen had aan de verkoop. Hij meende dat het ging om een freule Knuttel die het pand had verkocht om een reis naar Palestina te kunnen maken. Inderdaad ging Anna Knuttel niet lang daarna naar Palestina, maar het is onwaarschijnlijk dat zij het kinderhuis moest verkopen om dit financieel mogelijk te maken.
De familie Bollée
Hoe dan ook, in 1904 verkocht Anna het pand aan de Harderwijkse meubelfabrikant Bollée. Wat diens plannen precies waren, is niet bekend maar in 1907 verhuurde hij het pand aan Salem. Dit kleine ziekenhuis was eerst gevestigd geweest aan de Stationsstraat en daarna een paar jaar aan de Harderwijkerweg. Toen dochter Hendrika in 1911 trouwde met de leraar Duits Wilhelm Ludwig Misch, deden haar ouders hen het pand cadeau. De schenking was inclusief twee dienstboden die uit Harderwijk moesten komen en daarom werden voorzien van rijwielen. Het echtpaar Misch heeft eerst gewoond in de villa Neudorf aan de Harderwijkerweg.
Salem heeft dan ook van de villa gebruik kunnen maken, totdat in 1913 de nieuwbouw aan de Wilhelminalaan gereedkwam. Het echtpaar Misch is toen naar De Horst verhuisd en heeft daar zeker tot 1929 gewoond. Daarna volgde een verhuizing naar de Harderwijkerweg. Toen zijn schoonvader in 1914 overleed, is Misch hem in diens zaak opgevolgd. Misch zelf kwam ook al in 1932 te overlijden. De weduwe is in dat jaar met haar kinderen naar Amsterdam vertrokken.
Verhuurd en gevorderd
Rond 1930 heeft Groot-Emaus de Horst gehuurd omdat deze instelling op eigen terrein onvoldoende ruimte had om aan de opname-aanvragen te voldoen. Per 1 januari 1934 werd de huur opgezegd. Het was crisistijd en ook in de zorg voor kinderen werd bezuinigd. In de loop van dat jaar heeft de familie De Man het pand in gebruik genomen als hotel-pension. In de bezettingstijd is het pand door de Duitsers gevorderd en voor eigen doeleinden gebruikt. Direct na de bevrijding werd het in gebruik genomen door de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (L.O.). Al op 15 mei vond, zeer waarschijnlijk in De Horst, een vergadering plaats van ‘Opgedoken Joodse Nederlanders’.
Het pand werd in januari 1949 te koop aangeboden. Medio 1951 werd de inboedel geveild omdat de heer De Man zijn bedrijf beëindigde.
Een krant, gedateerd op de dag van de bevrijding van Ermelo, toont aan de Ermelose afdeling van de L.O.-organisatie er als de kippen bij was om het door de Duitsers verlaten Hotel De Man in gebruik te nemen. De krant werd onder meer op de persen van Bolhuis gedrukt.
Opnieuw Groot-Emaus
De huisvesting in De Horst was Groot-Emaus waarschijnlijk goed bevallen want in 1949 kocht de vereniging waaronder de instelling viel het pand van de familie Bollée. Sindsdien is het in haar bezit gebleven, dat wil zeggen het bezit van de Vereniging ’s Heeren Loo. Omdat het oude pand natuurlijk niet meer voldeed aan de eisen van moderne zorg, is het rond 1980 afgebroken en heeft er op hetzelfde stuk grond nieuwbouw plaatsgevonden. Maar deze locatie van ’s Heeren Loo staat nog steeds bekend onder de naam De Horst.