Hotel Wildeboer is al meer dan een eeuw uit de collectieve herinnering verdwenen. En toch was dit het eerste hotel van Ermelo. Het wedijverde met Pension Luchtenberg om de titel ‘eerste logeergelegenheid in Ermelo’. Nou ja, een beetje overdrijving zit hier wel bij.
Door onhandigheid heeft het lang geduurd voor ik ontdekte waar dit hotel heeft gestaan. Misschien dat de lezer daar begrip voor kan opbrengen wanneer hij de omschrijving ervan vergelijkt met een foto. Maar eerst een stukje voorgeschiedenis.
Deze foto dateert uit veel later tijd dan de bouw, maar biedt nog wel oorspronkelijk beeld.
Een heus hotel
De voorgeschiedenis – voor zover daarvan sprake is – loopt tot 1887 parallel met die van het pand van Smink, Stationsstraat 20. Het hotel is er namelijk ernaast gebouwd, op het daarbij behorende stuk bouwland. In het verhaal over nummer 20 is verteld dat op een gegeven moment het echtpaar Van ’t Slot-Beekman het pandje met bouwland erfde. Het paar verkocht dit bezit in 1887 aan Koert Wildeboer en zijn echtgenote Johanna Bokkers. Dit echtpaar verraste Ermelo met de bouw van een heus hotel. Bijgaand krantenbericht berichtte in heel positieve bewoordingen over de aanwinst.
Een noodlottig sterfgeval
Of het hotel voldoende gasten kreeg, is bij gebrek aan gegevens niet te beoordelen. Het toerisme begon in de regio wel op te komen, maar Ermelo behoorde niet tot de voorlopers. In 1892 ontstond ook serieuze concurrentie doordat bij het station het grote Hotel Veldwijk werd gebouwd. Hotel Wildeboer werd wel regelmatig benut voor het houden van veilingen, wat mogelijk iets zegt over acceptatie en kwaliteit. Eigenlijk kreeg het echtpaar Wildeboer ook niet de tijd om zich tegenover de concurrentie te bewijzen. De hotelier kwam namelijk al in 1896 te overlijden, 41 jaar oud en, zoals de wanhopige weduwe in de overlijdensadvertentie constateerde ‘mij nalatende zes kinderen’.
Het gebouw van Wildeboer met een nieuwe bestemming
De familie Houwink
Het was een onmogelijke opgave voor de weduwe Wildeboer om het hotel aan te houden. Zij heeft het na een paar jaar verkocht en is in Nieuw-Ermelo gaan wonen waar zij een winkel begon. Koopster van het pand was mevrouw Houwink-Eilerts de Haan. Zij had waarschijnlijk psychische problemen of een stoornis, zeker is dat zij verzorgd werd door haar dochter Pompeja. Deze dochter is later getrouwd met een zoon van buurman Arend Mooij, een van de boekdrukkers die aan de Berkenlaan hun huis en drukkerij hadden. Er waren nog meer familieverbintenissen en verknopingen maar die zullen in een afzonderlijk artikel worden uiteengezet.
Deze prentbriefkaart werd in 1901 verzonden vanuit Salem. Het gebouw zelf gaat schuil achter groen.
Zoals al uit de foto blijkt, is het pand ook verhuurd geweest aan Salem. Dat was in de periode 1898 tot 1902. Salem was toen een kleine opleidingsschool voor verpleegkundigen, uitgaande van de Vereeniging tot bevordering van Gereformeerde Ziekenverzorging in Nederland. De beginjaren van waren moeilijk, onder meer door ontbrekende financiën. Voorzitter was Lucas Lindeboom die gedurende de onwaarschijnlijk lange periode van 50 jaar voorzitter is geweest van de vereniging die Veldwijk exploiteerde.
Het voormalige hotel en ziekenhuisje is tot 1916 eigendom geweest van de familie Houwink. In 1910 bestond het voor die tijd best grote pand uit drie afzonderlijke woongedeelten. Daar woonden respectievelijk de eigenares, haar dochter Pompeja en een weduwe De Groot, mogelijk een zuster van mevrouw Houwink. Pompeja trouwde, zoals al gezegd, in 1912 met een van de boekdrukkers Mooij. Na het overlijden van mevrouw Houwink in 1914 zijn in die jaren diverse pogingen gedaan om het huis te verkopen. In 1916 lukte dat. Koper was de heer Elbert Timmler uit Harderwijk. Deze had tot die tijd in Harderwijk aan de Markt een Onthouders Volkskoffiehuis geëxploiteerd. Hij is na de koop in het nieuwverworven bezit gaan wonen en heeft zich hier verdienstelijk gemaakt voor kerk en samenleving. Rond 1924 is hij in Tonsel gaan wonen waar hij kennelijk een bestaan heeft opgebouwd in de pluimveehouderij, getuige de advertenties waarin hij broedeieren aanbood. Timmler was ook betrokken bij de oprichting van de school in Tonsel.
De familie Van Beek
Na het vertrek van Timmler naar de Harderwijkerweg in 1924 is het pand op een gegeven moment gekocht door de familie Van Beek. Deze bezat een smederij aan de overkant waarin nu de Wereldwinkel is gevestigd. Lubbartus (overleden 1940) en zijn vrouw Grietje van Doggenaar bewoonden het linker gedeelte. Aan het einde van de Bezetting kwam aan de andere kant zoon Jan met echtgenote en vijf dochters wonen. Na het overlijden van de echtgenote in 1967 moet het huis zijn verkocht en zijn afgebroken. De Amrobank opende op die plek in 1969 een nieuw filiaal.
Deze foto van een nog heel primitieve smederij Van Beek moet van voor 1903 dateren.