Hulppostkantoor Ermelo. Putterweg 17

Tot 1850 was het postvervoer in ons land een rommeltje. In de 18e eeuw was weliswaar een ‘Statenpost’ ontstaan, maar deze was vooral van belang tussen de voornaamste steden. In de rest van het land was er een breed aanbod van allerhande lieden die zich met postbezorging bezighielden, waarbij het maken van winst voorop stond. Van eenduidigheid in porti of bezorgtijden was natuurlijk geen sprake.

In de Bataafse Tijd werd geprobeerd hierin verbetering te brengen, dat lukte echter maar zeer gedeeltelijk. In 1850 heeft het rijk van de postbezorging een staatsmonopolie gemaakt en vanaf die tijd is er verbetering ingetreden. In de Postwet die dat jaar van kracht werd, was voorzien in het oprichten van postkantoren in de grotere plaatsen en van hulppostkantoren met brievengaarders in de kleinere plaatsen.

 

Het hulppostkantoor Ermelo was gevestigd aan deze kant van het pad links; daarnaast was café De Roskam.

Brievengaarder Natte

In Ermelo werd in dat jaar 1850 de 27-jarige Willem Natte aangesteld als brievengaarder. Zijn vader, Leendert Natte, was hoofdonderwijzer in Ermelo. Zijn moeder stamde uit de Ermelose molenaarsfamilie. Willem woonde eerst in bij de familie Van den Bosch die we nog zullen tegenkomen. Hij trouwde in 1852 met Everdina van Os die hem 13 kinderen schonk. Gedurende 40 jaar is Natte het gezicht van de posterijen in Ermelo geweest. Hij heeft hulpboden gehad want men was verplicht om de aangekomen post ’ten spoedigste’ te bestellen. Daardoor konden de diensten wel uitlopen tot 10 uur ’s avonds. In Leiden waren er in 1868 wel acht bestellingen per dag, een situatie die hier een jaar of tien geleden leek te zijn teruggekeerd, al ging het toen om een breed scala van postbedrijfjes.

Brievengaarder Natte, geflankeerd door hulpbestellers H. van de Beek (l.) en H. Drost.

Brievengaardster Schoondermark

In 1890 ging Natte met pensioen. Hij werd opgevolgd door mej. Dirkje Schoondermark. Zij was voordien werkzaam geweest in Putten, zeer waarschijnlijk tegelijk met haar zuster mevrouw H.C. Prins-Schoondermark. De ouders van deze gezusters konden trots zijn op hun kroost, want in een tijd waarin werkende vrouwen nog helemaal niet zo talrijk waren, was nog een derde zuster, mw. Monnee-Schoondermark, vroedvrouw in Nijkerk. Hun vader was onderwijzer in ’s-Hertogenbosch. In dit bijzondere gezin zijn drie zonen tandarts geworden, twee zonen arts en één zoon notaris. De kinderen stelden successievelijk elkaar financieel in staat om te studeren. Daaraan hebben de dochters vast meegedaan.
Het is aannemelijk dat het postkantoor tijdens het bewind van Dirkje Schoondermark gevestigd was ten huize van de familie Gerrit van den Bos. Per 1 augustus 1900 werd mevrouw Schoondermark overgeplaatst naar het nieuwe hulppostkantoor Ermelo-Veldwijk in het pand waar nu de boekverkoopers Riemer & Walinga zetelen. Meer over haar vindt de lezer in het artikel over Stationsstraat 131.

De familie Van den Bos

De familie Van den Bos (in het begin ook geschreven als van den Bosch) was in de negentiende eeuw een vaste waarde in de oude dorpskom van Ermelo. Gerrit van den Bos werd daar in 1829 geboren. Hij heeft de beroepen van koopman, tapper en logementhouder uitgeoefend. In 1858 had hij kennelijk de wagenmakerij van zijn vader overgenomen en kocht hij het huis van zijn ouders. Drie jaar later trouwde Gerrit met Aaltje van den Berg, een dochter van timmerman/aannemer Gerrit van den Berg van de overkant.

Jacob van den Berg, de broer van Aaltje, trouwde met Jannetje van de Bos, de zus van Gerrit. De familie zag kennelijk op tegen reiskosten.

Jacob van den Berg

Aaltje overleed al in 1865. Gerrit hertrouwde met Jannetje Verhoef, geheel in stijl eveneens een overbuurmeisje. Uit deze tweede verbintenis van Gerrit sproot dochter Hendrikje voort. Over deze Hendrikje gaat het verder in een verhaal over Putterweg 19, Café De Roskam.

Familie Gerrit van den Bos

Gerrit en Wendelina van den Bos-van Binnendijk met dochter en zoon rond 1902

Het derde kind uit het eerste huwelijk en geboren in 1865, was zoon Gerrit, Gerrit jr. dus eigenlijk. Hij werd brievengaarder in Putten. Toen in augustus 1900 het postkantoor in Ermelo-dorp vacant werd, keerde Gerrit van den Bos terug naar Ermelo waar hij mevrouw Schoondermark opvolgde.
Gerrit was in 1897 in Putten getrouwd met Wijndelina Elberta van Binnendijk. In 1910 werd hij door de gemeenteraad ook benoemd tot ambtenaar van de burgerlijke stand. Vanwege zijn functie bij de post werden de bureau-uren vastgesteld van 11.00 tot 13.00 uur.

Lees meer over Wijndelina van Binnendijk

Postkantoor en café

De ‘oude’ Gerrit van den Bos had, zoals gezegd, nogal wat beroepen uitgeoefend. Mogelijk deels in Weesp waar hij in zijn jeugd een paar jaar heeft gewoond. In Ermelo moet hij dus wagenmaker annex tapper en logementhouder zijn geweest. Daarvoor zal hij het oude huis van zijn ouders hebben vervangen door een groter en moderner pand. Dat lijkt in 1880 te zijn gebeurd. Zoon Gerrit oefende zijn ambt van brievengaarder uit in het linkerdeel; het rechterdeel was café. Na het overlijden van de ouders zijn Gerrit en zijn halfzus Hendrikje in het pand blijven wonen. Zij hebben in 1909 de ouderlijke boedel gescheiden waarbij deze verdeling tot stand kwam, mogelijk ook omdat Gerrits echtgenote Wijndelina en de kinderen nu ook inwoonden. Tegenwoordig staat daar ongeveer het appartementsgebouw De Kloostertuin.
De hulppostkantoren in Oud-Ermelo en Ermelo-Veldwijk bleven bestaan tot eind 1923. Toen werden de hulppostkantoren gesloten en werd het nieuwe postkantoor in gebruik genomen. Gerrit van den Bos die tot dan altijd nog in functie was werd door een commissie uit het oude dorp verblijd met een gouden horloge. Het geld was ingezameld bij de tevreden dorpsbewoners.

Het nieuwe postkantoor in 1926
Uitgebreide tekst. Verantw. afbeeldingen

Het nieuwe postkantoor dat in de plaats kwam van de twee hulppostkantoren