Het lijkt me niet dat je anno 2023 nog over de boerderij Klein Loo kunt spreken. Van een boerderij in de zin van een agrarisch bedrijf is allang geen sprake meer. De omgeving hier is in de laatste halve eeuw sterk veranderd. De naam Klein Loo die sinds 1850 op elke nieuwe versie van de topografische kaart stond vermeld, is sinds een paar jaar ook weggelaten. Maar deze plek kent een lange geschiedenis. Een paar plukjes daaruit volgen hieronder. In een verhaaltje over het Sint Jansdal of ’s Heeren Loo is ook al het nodige verteld over de oorsprong. Het is eigenlijk wel goed om dit eerst te lezen.
Sint Jansdal
We weten dat hier in 1307 al een kleine vestiging was van de Johanniter Orde. De graaf van Gelre spreekt dan van hun guet thoe Loe (Uitgesproken als Loo). De vestiging droeg de naam Sint Jansdal en werd later daarnaast ook ’s Heeren Loo genoemd. Daarin klinkt het Loe uit 1307 nog door. Een stichtingsjaar is niet bekend. Misschien heeft een rijk iemand een in Loe staande boerderij aan de Johanniter Orde geschonken. Dat gebeurde veel in die tijd. Die boerderij is dan opgenomen in het klooster.
De boer werd voortaan de bouwmeister genoemd en leverde van alles aan de keuken. Een eventueel overschot kon hij kwijt op de markt in Harderwijk, de op korte afstand gelegen stad die sterk in opkomst was. Op een gegeven moment moet de boerderij in ’t Loo door ontginningen zo groot zijn geworden dat splitsing mogelijk werd. Misschien was dat zelfs rond 1300 al het geval, we weten het niet. In 1600 is sprake van het erf in ’t Loo en het erf in ’t Broick, weesende die wederhelftt van ’t erff in ’t Loo. Dat woord wederhelft duidt ook op splitsing. Met dat erf wordt Klein Loo bedoeld, het afgesplitste gedeelte ten noorden van ’s Heeren Loo. Voor Groot en Klein Loo werd dezelfde pachtsom geïnd.
Deze tekening zou de kloostergebouwen van ’s Heeren Loo voorstellen. Zij dateert echter uit een tijd waarin de gebouwen allang waren verdwenen. Het zou trouwens ook om de winterresidentie in Harderwijk kunnen gaan, al staat er in de bovenhoek wel ‘bij Harderwijk’.
Het kan dan zijn dat de oorspronkelijke boerderij echt doormidden is gedeeld, misschien rekening houdend met verschillen in kwaliteit van de bijbehorende gronden. Broick is in modernere taal broek en dat staat voor laag, vochtig en soms moerassig terrein. De boerderij zelf stond nog op de flank van de hier lopende dekzandrug, dus nog wel voldoende hoog om de voeten droog te kunnen houden. Dat het hier in het laaggelegen kustgebied vochtig was, blijkt ook uit de aanwezigheid van een elzenbosje, niet ver de boerderij. Daarop komen we elders nog terug.
Kloosterboerderij
Over de boerderij in de kloostertijd weten we eigenlijk niets. Er is wel een uit 1527 daterend kasboekje bewaard. Daarin wordt gesproken over Dirck Gerritsen, onsse olde boumeister, en over Wylm, ook boumeister, maar bij welke boerderij zij hoorden staat er niet bij. Anders is het voor de bouwman Arnt Thijmansz van wie vermeld is dat hij op de ook bij het klooster behorende boerderij Loosenoort woonde.
Globaal de gronden die bij het Sint Jansdal behoorden, met de boerderijen Groot en Klein Loo, de Hoogen Geest en Loozenoord. Ook elders waren er bezittingen, waaronder belangrijke in Kallenboek bij Barneveld.
Beheer vanuit Arnhem
Na de reformatie kwam het grondbezit van ’s Heeren Loo met de daarop staande boerderijen onder beheer van de Staten van de Veluwe. Omdat veel van de administratie bewaard is, kunnen we ook nog het nodige vinden over dit beheer en de mensen aan wie werd verpacht.
Zo weten we dat in 1632 een Cornelis Rijcksen Hoemaecker pachter was van Klein Loo (Zie tekstje rechts laatste woord 1e regel en 2e regel). Leuk is dat zijn naam ook staat op de kaart die Van Geelkercken in die tijd van het voormalige kloosterterrein maakte.
Midden op de kaart Klein Loo, mooi aangeven met twee snel geschetste gebouwen en daarboven een hooiberg. De naam Cornelis Rijksen staat verticaal geschreven naast de hooiberg. Iets onder het midden loopt de Horloseweg.
Fragment veilingverslag 1735
Evenals Groot Loo werd Klein Loo in 1735 geveild en dit erf gekocht door de ‘joffer van de Vanenburg’. De boerderij blijkt in 1760 in handen te zijn van een persoon met de achternaam Vrijdag. Pachter is op dat moment Theunis Henricksen die het indrukwekkende aantal van 18 kinderen had. Weliswaar bij drie echtgenotes, maar toch.
Achtereenvolgende eigenaren
In 1819 werd het erf geveild door een familie Fridagh in wie we de familienaam uit 1760 herkennen. Klein Loo werd gekocht door burgemeester W.A. de Meester van Harderwijk. Omdat deze de eigenaar was van ’s Heeren Loo, werd de boerderij eigenlijk hiermee herenigd, al was dit inmiddels een landgoed.
De families Dekker en Hop
Daarna is het eender gegaan als bij Groot Loo: verkoop door de familie De Meester aan P.C. baron Nahuijs in 1854 en verkoop door de erven Nahuijs in 1884 aan de familie Vitringa. Een lid van die familie kocht de boerderij en verkocht die in 1895 door aan de landbouwer Willem Dekker. Willem was een broer van Aart die een jaar daarvoor Groot Loo had gekocht.
Zo zijn we in grote stappen aangekomen bij het begin van de twintigste eeuw.
De familie Hop voor de boerderij Klein Loo
De schoonzoon van Willem Dekker, Hendrik Hop, is na zijn huwelijk met Maasje Dekker in 1902 in de boerderij komen wonen. Die is in deze tijd ook in verband daarmee verbouwd. Willem Dekker is in 1918 gestorven, zijn vrouw Jentje was hem al in 1910 voorgegaan. Dekker heeft nog in 1912 een aanvraag ingediend voor de bouw van een woonhuis, op enige afstand van de boerderij. Dat werd de Kleine Akkers, waarover elders meer.
Hendrik Hop bleef op Klein Loo wonen en hertrouwde na het overlijden van zijn vrouw Maasje met haar nicht Geertje. Zijn zoon Willem bleef met zijn echtgenote op de boerderij wonen en zijn zwager Jannes van Looijengoed kwam inwonen.
Verkaveld
In 1935 vond een grote wijziging plaats die lijkt op een kleinschalige ruilverkaveling in dit gebied. Allerlei onlogische percelen werden samengevoegd en dat leidde tot de situatie op het laatste kadasterkaartje. Klein Loo ligt daar op een groot rechthoekig perceel.
Eind jaren zestig heeft de familie Hop plaatsgemaakt voor de familie Van Veen. Het lijkt erop dat die de boerderij heeft gebruikt voor het houden en opfokken van eenden. In 1973 kwam Aart Jongekrijg op Klein Loo te wonen.
In het daaropvolgende jaar startten de heren Jongekrijg en Van Barneveld op zeven hectaren grond van de voormalige boerderij een boomkwekerij en hoveniersbedrijf onder de naam Tonsel. Hiermee kwam eigenlijk een einde aan ruim zeven eeuwen boerenbestaan op deze plek. En begon hier een nieuwe andere toekomst.