Op het verkeerde moment …

Toen in 1891 ’s Heeren Loo werd geopend, bleek hoe groot de behoefte was aan een dergelijke instelling. Om te kunnen voldoen aan de opnamevraag moest steeds worden bijgebouwd. In 1909 werd de aangrenzende boerderij Lozenoord gekocht waardoor er weer ruimte ontstond voor verdere uitbreiding.

Gezinsverpleging

Fokko Kortlang, de eerste directeur van ’s Heeren Loo, was evenals dokter Van Dale een voorstander van het systeem van gezinsverpleging. Van Dale was geneesheer-directeur van Veldwijk en hij deed veel om gezinsverpleging niet alleen bij Veldwijk maar ook elders ingevoerd te krijgen. Het was in wezen gebaseerd op de verpleging bij mensen thuis in het Belgische dorpje Geel, waar dit al sinds de late middeleeuwen werd toegepast. Voor de Ermelose instelling gold dat het een passende vorm van verpleging voor iemand kon zijn en bovendien scheelde het een plek in de instelling zelf.

Om ook gezinsverpleging bij ’s Heeren Loo van de grond te krijgen kocht Fokko Kortlang van Jacob (Jauk) Vliek in 1910 een strook grond aan de zuidzijde van de Horsterweg. De strook werd in percelen verdeeld en belangstellenden konden een perceel kopen met de mogelijkheid om er een huis op te bouwen. Bij de verkoopbesprekingen zal gevraagd zijn of de kopers bereid waren om cliënten van ’s Heeren Loo in gezinsverpleging op te nemen. In de eerste vijf woningen die er werden gebouwd werd die verpleging in ieder geval geboden.

Mijn grootouders, Leendert A. van Dijk en Tine Jansma, behoorden tot de belangstellenden. Zij kochten een perceel en bouwden het huis dat met huisnummer 223 nog steeds bestaat. In 1910 woonden zij er met vier kinderen en drie manlijke verpleegden van ’s Heeren Loo. Mijn grootmoeder had voor haar huwelijk als verpleegster op ’s Heeren Loo gewerkt en mijn opa daar eveneens als timmerman. Dat zal een pré zijn geweest. Elders zal ik nog weleens iets vertellen over het buurtje dat hier ontstond.

Linksonder de vijf huizen met gezinsverpleging aan de Horsterweg

Huizen met gezinsverpleging in een nieuw buurtje

Kees van Langendonck

Kees van Langendonck

Een van de verpleegden, weliswaar in veel later tijd, was Kees van Langendonck, geboren 28 januari 1908. Hij was waarschijnlijk iemand die in recente tijden zou zijn beoordeeld als ‘van een hoger niveau’. Het zal zo zijn geweest dat hij best in staat was om voor de directie of het kantoorpersoneel een boodschap te doen of iets te bezorgen in Ermelo of Harderwijk.
Tijdens de bezettingstijd, begin 1945, was Kees, wat je noemt, op het verkeerde moment op de verkeerde plaats. Ik laat B.A. van Kuik, auteur van Harderwijk in oorlogstijd daarover aan het woord.

De stoffelijke overschotten hebben dus drie dagen bij de spoorlijn gelegen ter afschrikking.
H. Kraaijenbrink die tijdens de bezetting het hoofd was van de politie in Harderwijk geeft in zijn Politierapport 1940-1945 (p. 409/410) meer bijzonderheden. Van Amstel en Van Langedonk zouden met enkele anderen met handgranaten een eenzame wachtpost van de Duitsers hebben overvallen. De politieman achtte dit uitgesloten. Kraaijenbrink schrijft ook nog over het geloop van de kijklustige Harderwijkers langs de lijk, een geloop dat dagen wordt voorgezet.

Het is een van de vele schrijnende verhalen uit deze verschrikkelijke tijd die bovendien door de verbinding met mijn familiegeschiedenis nog eens wat dichterbij komt. Kees van Langendock is begraven op het Ereveld Loenen.

Tekst, bronnen en verantw. afbeeldingen