Inderdaad sprookjesachtig, zo mag je de ligging van de villa Doornroosje wel beschrijven. Het is dat de naam op het toegangshek staat, anders zou je er zo voorbijrijden. De villa zelf is niet zichtbaar van de weg. Vroeger was dit anders. Hier een korte biografie van deze ruim 100 jaar oude woning.
Een beetje in afwijking van de andere artikelen op deze website is dit verhaal niet helemaal het resultaat van eigen onderzoek. Het is voor een deel ontleend aan de door bewoner Martin Slager verzamelde en vriendelijk aan mij beschikbaar gestelde documentatie. Daaraan heb ik echter ook een bescheiden steentje mogen bijdragen. Dus al met al toch wel passend op deze website en bovendien gemaakt op verzoek van derden.
Woeste grond
Dat zojuist genoemde toegangshek staat aan de Horster-zoomweg, niet ver van de Horloseweg. Ooit was het hier een woest terrein. Op een kaart uit 1633 staat op deze plek ‘de gemeijne dreis’ te lezen, wat zoiets betekende als gemeenschappelijke grond die braak lag, waar niets mee gedaan werd. Misschien was er toen nog enige begroeiing, maar toen De Man rond 1810 dit gebied in kaart bracht, tekende hij een gebied met zandduinen met aan de rand daarvan de boerderij De Hooge Geest. In de loop van de 19e eeuw hebben eigenaren hier dennen geplant, mogelijk om het zand te beteugelen en vast ook om nog enige opbrengst van deze grond te genereren.
Aan het einde van de eeuw waren Hendrik en Gerrit Staal eigenaren van enkele percelen dennenbos aan de Horloseweg. Zij verkochten een deel daarvan aan Evert Dekker en aan Gerrit Dobbenberg die ook Doppenberg werd genoemd.
De familie Gieseler
Het duo verdeelde in 1919 hun gezamenlijke eigendommen en een groot perceel met dennen viel toe aan Gerrit Dobbenberg. Deze verkocht dit in 1920 aan Guillaume Mark Gieseler, een koopman uit Rotterdam-Hillegersberg.
Guillaume Gieseler was in 1887 geboren in Rotterdam. Zijn vader had al jong een goede postie, maar ook Guillaume was een veelbelovende jongeling. Hij slaagde in 1904 voor zijn HBS-examen. In 1909 trouwde hij met de 18-jarige Albertine Broekhuijs die medio 1910 beviel van hun eerste kind.
De familie Gieseler verkeerde financieel in goeden doen. Zij beschikte in Nunspeet over de villa Dennenhof waar met de twee jonge kinderen de zomermaanden zullen zijn doorgebracht. Guillaume was inmiddels directeur van een handels- en winkelexploitatiemaatschappij. Zo bezien leek het allemaal rozengeur en maneschijn, maar in 1916 bleek Albertine psychische problemen te hebben en beroofde zij zich van het leven. Een maand later werd de villa te koop gezet. Nunspeet herinnerde waarschijnlijk te veel aan het drama dat zich had voltrokken. Guillaume hertrouwde in 1917 met de 22-jarige Francina van der Giessen. Uit dit huwelijk werd in 1918 dochter Tine geboren.
Toch moet de Veluwe na een paar jaar weer hebben getrokken, gezien de aankoop van een hooggelegen bosperceel nabij de Zuiderzeekust onder Horst.
Rechts een kaartje uit 1916, een paar jaar vóór de bouw van Doornroosje.
Dennenhof was gebouwd door de kunstschilder Willy Martens en heette toen Maria-Hoeve. Vanaf 1910 was het landgoed eigendom van Gieseler die kennelijk de naam veranderde,
Een kaartje uit 1930 kort vóór de bouw van de garage. Doornroosje ligt in het midden van dit fragment
Doornroosje
Waarschijnlijk heeft Gieseler na de aankoop van de grond nog in hetzelfde jaar de houten villa laten bouwen. Helaas zijn bouwaanvraag en -vergunning verloren gegaan, maar de villa bevat een aanwijzing ervoor. De huidige bewoner heeft bij werkzaamheden de volgende aantekening op het houtwerk gevonden: van Gouda naar Ermelo 19/6 ’20. Kennelijk heeft het houtbedrijf of de vervoerder dit indertijd op een bestelde partij balken of planken geschreven.
Gezien de opbrengst voor de grondbelasting is hier meteen al een behoorlijke villa neergezet. Uit de periode Gieseler is in het kadaster ook geen verbouwing of aanbouw genoteerd. De huidige eigenaar, architect Martin Slager, acht het waarschijnlijk dat Johan Kortlang het huis heeft ontworpen. Deze was in die periode heel actief met de N.V. Gelderland aan Zee in Ermelo en heeft met de door hem voor de villawijk Dennenkamp ontworpen woningen vast ook een bredere bekendheid en waardering gekregen.
Advertentie in het Algemeen Handelsblad
Van Gieseler naar Verster
In februari 1929 heeft Gieseler zijn bezitting te koop aangeboden. Daardoor weten we dat in zijn tijd de naam Doornroosje al was bedacht. Er hebben zich kennelijk geen kopers gemeld. Het was ook een economisch moeilijke tijd. Een jaar later werd echter toch weer een poging gedaan, via een veiling in Hotel Baars. Kopers moeten leden van de vooraanstaande familie Verster zijn geweest. In het kadaster staan Th.M. Verster en zijn echtgenote, mevrouw Laura Noordhoek Hegt vermeld als vruchtgebruikers van Doornroosje.
Thomas Verster was van 1887 advocaat en procureur in Amsterdam. Later werd hij (tot 1905) directeur van de Deli-Brouwerij, een groots opgezet bedrijf in Hilversum. Binnen de familie is kennelijk voor het kleine landgoed de naam Wulvenhorst gebruikt. De vader van Thomas heette F.A. Verster van Wulvenhorst, waarschijnlijk naar een andere bezitting van de familie. Er is een boek over de familie Verster waarin onderstaande afbeelding staat. in de regionale pers is die naam in die periode nooit gebruikt.
De periode Verster
De familie heeft in 1931 een door Kortlang ontworpen garage laten bouwen. Dat versterkt het idee dat de villa een schepping is van dezelfde architect. De garage bestaat nog, zij het omgebouwd tot kantoor, maar heeft de bijzonderheid dat het platte dak via een trap toegankelijk is en ook een balustrade bevat. Het werd vroeger gebruikt als terras en bood om een mooi uitzicht over de Zuiderzee. Het bos was toen nog niet zo hoog opgegroeid als tegenwoordig en werd in het begin van de eeuw waarschijnlijk ook regelmatig gekapt voor houtverkoop.
Blijkens een prentbriefkaart van een zus van Thomas Verster was de zee in 1942 vanaf Doornroosje al niet meer zichtbaar.
Zij maakte kennelijk nog gebruik van een logeerkamer, maar rond die tijd moet de familie Doornroosje zijn gaan verhuren.
Uit een najaar/winter 1942 gemaakte tekening blijkt dat een familie Schuurman-van Bilderbeek het huis toen heeft bewoond.
Bezettingstijd
Waarschijnlijk uit een iets latere periode in de bezettingstijd dateert een verhaal dat politieagent Kruis na de bevrijding vertelde bij een soort verhoor van verzetsmensen en dat door de NIOD is vastgelegd. Het gaat over een kennelijk Joodse familie die in Doornroosje verbleef en aan arrestatie ontsnapte door de goede houding van de autoriteiten. (De vrijwel volledig tekst staat in de bijlage.)
In 1944 woonde het echtpaar (Adriaan) Goekoop-Santhagens op Doornroosje. In januari werd daar hun dochter Davina geboren. Zij zullen wel door de oorlogsomstandigheden genoodzaakt zijn geweest om hun woonplaats Den Haag te verlaten.
Schilder Jos Croin maakt een portret van Wilhelmina Theodora (Puck) Goekoop-Santhagens. Fotograaf: Adriaan Goekoop jr. Collectie Haags Gemeentearchief.
Na de bezetting, woonde Adriaan Goekoop tot 1961 in het Catshuis, voorheen Sorghvliet van Jacob Cats. Een gedeelte was in gebruik bij zijn echtgenote Puck Goekoop-Santhagens voor haar balletschool Marjo. De moeder van Adriaan was overigens ooit eigenares van o.m. De Essenburgh.
De naoorlogse jaren
Na de bevrijding was een er een enorme woningnood. Eigenaren van woonruimte konden gedwongen worden om vrijstaande woonruimte beschikbaar te stellen. Zo hebben in 1947 twee families tegelijk in de villa gewoond. Dat waren de familie Veeningen-Vliek en de familie Rademaker, die afkomstig uit Dordrecht, er van 1947 tot 1952 heeft gewoond. Rademaker was als onderwijzer aangenomen aan de school van ’s Heeren Loo. Vanaf 1952 heeft hij vele jaren gewoond in de onderwijzerswoning van Groot-Emaus, Horsterweg 192. Ook de familie Veeningen heeft er tot eind 1952 gewoond.
De familie Rademaker bij Doorroosje. Links dochter Ank, dan een tante en rechts het echtpaar Rademaker
De familie Veeningen bij Doornroosje. Links Klaas Goudriaan, een jongen uit de buurt die in die jaren veel bij deze familie te vinden was. Hilbert Veeningen kwam uit De Wijk (Dr.) en trouwde in 1947 met Geertje Vliek.
Barends en Slager
In 1949 heeft familie de Verster de villa verkocht aan Jan Barends, een gepensioneerd zeevaartkapitein. Van hem is nog bekend dat hij wekelijks verse koemelk haalde bij Marie, Gaart en Hendrik Kamphorst die hun leven lang naast De Hooge Geest woonden. Een hekje in de omrastering is nog een stille getuige van het rechtstreekse looppad dat Barends had gemaakt.
In 1970 kwam de villa opnieuw te koop te staan. De Ermelose architect C. Slager vergezelde een potentiële koper om de bouwkundige staat te bekijken. De aspirant-koper zag ervan af, maar Slager zag er juist wel wat in en kocht Doornroosje nog datzelfde jaar. Zoals al vermeld werd de garage omgetoverd tot kantoor en een tijdelijk kantoor werd omgebouwd tot zomerhuis. In 2001 nam zoon Martin de woning over en betrokken zijn ouders het zomerhuis. Doornroosje werd opgeknapt en recent nog uitgebreid met een serre. Het is, het werd al gememoreerd, een sprookjesachtige plek, een oase van rust te midden van oprukkende bebouwing. De al gememoreerde broers en zuster Kamphorst zouden moeite hebben om de omgeving van hun woonplek te herkennen.