’t Schepeltje is waarschijnlijk de oudste woning in het dorp Ermelo. Zij staat op de hoek van de Hogewal en de Putterweg. De Hogewal heette vroeger Schoolweg en dat was niet zonder reden, want de school van Ermelo stond ook op deze hoek. De bomen bij het plantsoen zijn die van het voormalige schoolplein.
De geschiedenis van ‘t Schepeltje is nauw verbonden aan die van de school. We moeten dan aardig ver terug in de geschiedenis.
Een weinig florissante situatie
Het was 200 jaar geleden treurig gesteld met de schoolruimte in Ermelo. Onderwijs werd gegeven in de zogenaamde garfkamer van de kerk, een aangebouwde ruimte aan de noordzijde van het koor. Er was geen verwarming en ook het licht was gebrekkig.
De ruimte was 3 bij 6 meter groot en moest plaats bieden aan 80 scholieren, hoewel het amper voor 40 kinderen geschikt was. Leerlingen van allerlei leeftijden zaten overigens in diezelfde ruimte bij elkaar. De gemeente Ermelo had geen geld voor verbetering van deze situatie. In 1829 richtte de gemeenteraad van Ermelo zich met een verzoek om hulp tot Koning Willem I. Hoe het verder met het verzoekschrift of rekest is gegaan is niet bekend, maar het heeft waarschijnlijk uiteindelijk toch succes gehad. In 1838 kon de gemeente overgaan tot de bouw van een school van één lokaal met een rieten dak op een veldje tegenover de kerk.
Fragment van het rekest aan de koning
Een nieuwe school en een oude woning
Het werd kennelijk ook tijd voor een nieuwe onderwijzerswoning. Tot die tijd woonde de onderwijzer, annex koster, klokkenluider en doodgraver in een 16e-eeuws huisje op de hoek van de Torenlaan en de Pastorieweg. Voor de hoofdonderwijzer zou een nieuwe woning gebouwd moeten worden, liefst dicht bij de school.
De oude kosterswoning of custorie aan de Torenlaan
Een nieuwe onderwijzerswoning
Een prima oplossing diende zich aan. Burgemeester C.L. Vitringa (ook notaris) was bereid om een stukje grond naast te school aan de gemeente te verkopen. Hij bezat nogal wat percelen in en bij Ermelo en daarbij ook dit perceel dat vanouds de naam ’t Schepeltje droeg. Een schepel was vroeger zowel een inhoudsmaat als een oppervlaktemaat. Met het graan in een maatbeker van één schepel kon een oppervlak van één schepel worden bezaaid.
In maart 1838 was het zover dat een aanbesteding kon worden aangekondigd voor de bouw van onderwijzerswoningen te Nunspeet en te Ermelo. Tegelijkertijd, vanwege de animositeit tussen de beide grootste plaatsen in de gemeente?
De situatie in het dorp in 1832
‘t Schepeltje heeft tot 1893 gediend als woning van de hoofdonderwijzer. In 1873 had een Amsterdamse rentenier, de heer J. Ledeboer, een huis gebouwd op een stuk grond waar voordien de boomgaard van de pastorie was geweest. Dat was schuin tegenover ’t Schepeltje. De heer Ledeboer was in 1893 overleden en de erfgenamen boden het huis te koop aan.
De gemeente Ermelo zag dit kennelijk als een eenmalige kans, kocht het en liet het opknappen waarna het beschikbaar kwam als woning van de hoofdonderwijzer. In hetzelfde jaar werd ’t Schepeltje ook te koop aangeboden. Dat was voor de gemeente overbodig geworden.
Een nieuwe bestemming
Het lijkt erop dat de familie Van den Berg die in de naaste omgeving woonde en aan de overkant een timmerschuur bezat, in 1894 ’t Schepeltje heeft gekocht. Een akte van scheiding van goederen van de familie uit 1901 is niet helemaal eenduidig daarin. Maar bij die gelegenheid werd ’t Schepeltje toebedeeld aan Jan van den Berg. Deze was in 1910 nog eigenaar en verhuurde het huis aan twee weduwen.
Volgens een adresboek bewoonde B.J. van den Berg in 1939 het huis. In 1955 en ook in 1965 is J.B. van den Berg als bewoner vermeld. In januari 1967 werd het aannemersbedrijf van de familie Van den Berg overgenomen door de heer S. Kosters. Daarmee kwam een einde aan een bijna 140 jaar oud bouwbedrijf dat voorvader Gerrit van den Berg rond 1829 in Ermelo startte. Aannemer Kosters was daarna lange tijd bewoner van ’t Schepeltje.
Putterweg met ’t Schepeltje in 1939