In het artikel over de eerste Ermelosche Boekhandel wordt verteld dat de slager Brants in 1896 een huis bouwde op het punt waar Telgterweg (nu Dokter Holtropstraat) en Stationsweg samenkwamen. Enkele tientallen meters westelijker vestigden zich in hetzelfde jaar Johannes T. de Lange en zijn echtgenote Clara Guillaume.
Zij gingen wonen in een huis dat de timmerbaas Almekinders aan de Stationsweg voor verhuur had gebouwd. Dat pand zou veel later – even ter oriëntatie voor oudere Ermeloërs – onderdak gaan bieden aan de boekwinkel van Jacob Jan Loot. Toen Brants vertrok, kocht De Lange diens woning met winkel. Er hoorde nog een behoorlijk stuk grond bij.
Lieuwkje de Boer
Een deel van dat perceel verkocht De Lange in het jaar 1900 aan Lieuwkje de Boer. Lieuwkje kwam uit Tzum in Friesland, een dorpje dat niet ver van Franker ligt. Zij trad in april 1890 op 22-jarige leeftijd in dienst van Veldwijk en heeft daar eerst één jaar gewerkt. Eind 1891 keerde zij terug. Vervolgens heeft zij er nog tien jaar gewerkt en waarschijnlijk de nodige opleidingen gevolgd en ervaring opgedaan want in 1900 was zij opgeklommen tot hoofdverpleegster. Eind 1902 kreeg zij op eigen verzoek ontslag.
Eigenlijk kocht Lieuwkje in 1900 twee percelen, een deel van de tuin van Joh. T. de Lange en een daarnaast liggend perceeltje bouwland dat al sinds 1864 aan de familie Vitringa toebehoorde. Die familie bezat veel grond in Ermelo. De nieuwe eigenaresse gaf Evert Knevel, architect te Ermelo en bouwkundig opzichter van Veldwijk, opdracht om een villa te ontwerpen. De Villa Louise was het resultaat en dat mocht er zijn.
Een stukje Stationsstraat in 1909 met links Villa Louise
En in 1948 een nog bijna eendere toestand
Een familie herenigd, maar ook weer uiteen …
Lieuwkje bleef niet alleen in de nieuwe villa wonen. Bij haar voegden zich haar ouders en twee zussen. Vader Harke was winkelier, kocht in 1879 een rog- en pelmolen in Franeker en vertrok in 1893 met zijn gezin naar Vlaardingen.
Al eerder, in 1896, was er een broer in Ermelo komen wonen, Thomas de Boer. Hij komt voor in het verhaal over Anna Knuttel, als de aanstaande van Aleida Bokhorst, de directrice van het Kinderhuis van het Leger des Heils. Aleida nam ontslag om met haar aanstaande (Thomas dus) Anna Knuttel te kunnen vergezellen naar Palestina en haar bij te staan in de op te zetten evangelisatie. Het paar trouwde in 1905 in Ermelo. In 1906 werd in Jerusalem hun zoon Theo geboren. Na terugkomst in Nederland vestigden Thomas en Aleida zich in Emmen waar een tweede kind werd geboren. Thomas was in die tijd godsdienstonderwijzer. Een paar jaar later bleken zij weer in Ermelo te wonen en pension te houden. Triest is het te lezen dat toen hun oudste zoon in 1934 trouwde, Thomas wegens krankzinnigheid zijn wil niet kon verklaren.
Antje de Boer
Antje, de oudste zus van Lieuwkje, kwam ook mee naar Ermelo. Zij was op 17-jarige leeftijd gehuwd. Over haar, of beter over haar echtgenoot, is nog wat bijzonders te vertellen. Deze man, Sipke Westerbaan, moet haar hebben verlaten. Rond 1882 dook hij op in Grand Rapids, Michigan, in een streek waar veel Nederlandse emigranten woonden. Hij stal daar het hart van ene Grietje Kuijpers, een rechtschapen dienstbode. Niet onbelangrijk daarbij was het feit dat Sip pretendeerde door het overlijden van zijn vader in het bezit te komen van een grote boerderij en drie schepen. Veel mensen in de streek correspondeerden nog met hun in Nederland wonende familie en sommigen ervan vertelden ook het aansprekende verhaal over de romance van Grietje. Maar al spoedig gingen door terugontvangen brieven geruchten rond over Sipke Westerbaan. Grietje confronteerde haar vriend met de geruchten maar die werd door hem afgedaan als kwaadsprekerij ingegeven door jaloezie, wat zij eerst maar al te graag geloofde. Maar de berichten lieten zich op den duur niet meer negeren. De viceconsul van Nederland werd te hulp geroepen en deze informeerde bij de burgemeester van Wonseradeel. Het antwoord was klip en klaar. Sipke was gehuwd, zijn vader een arme bakker die door het gedrag van zijn zoon was geruïneerd. Grietjes droom spatte uiteen, maar zij ontsnapte aan het lot te zijn getrouwd met een bigamist.
Janke de Boer
Ook de ongehuwde, in 1872 geboren dochter Janke de Boer kwam naar Ermelo. En zo dringt zich een vergelijking op met de situatie van de schoonouders van broer Thomas. Het oudere echtpaar Bokhorst kwam in dezelfde periode met twee ongehuwde dochters naar Ermelo, vestigde zich in een door een kennis gebouwd huis. De dochters verzorgden de ouders en twee tantes van de huisbazin eigenares en hielden pension.
Gezinsverpleging
Bij de familie De Boer werd gezinsverpleging geboden. Lieuwkje was immers in Veldwijk opgeleid tot verpleegster.
Er veranderde na een paar jaar wel wat. Mevrouw De Boer-Hilverda stierf in 1906. Lieuwkje ging twee jaar later iets nieuws doen en betrok samen met een weduwe een iets oostelijker gelegen nieuwgebouwde woning aan de Stationsstraat. Daarover later meer. Haar vader en de twee zussen bleven in Villa Louise wonen en hadden in 1910 drie commensalen, waarschijnlijk gezinsverpleegden van Veldwijk.
Lieuwkje is tot haar overlijden in 1947 eigenares gebleven van het pand en heeft haar zusters Janke en Sietske (gehuwd met Magré) waarschijnlijk het vruchtgebruik verleend. Vader Harke was al in 1913 gestorven en oudste zus Antje in 1938. Janke overleed in 1958 en heeft de laatste periode waarschijnlijk ingewoond aan de Rozenlaan.
Peter Klaassen
In datzelfde jaar 1958 verbaasde groente- en fruithandelaar Peter Klaassen heel Ermelo door in de voortuin van Villa Louise een groentehal te bouwen. De villa erachter was nog enigszins zichtbaar. Vanuit het oogpunt van ruimtelijke ordening was dit een merkwaardige ontwikkeling, maar vanuit commercieel opzicht zal het wel een goed idee zijn geweest. Voordien had de ondernemer al een paar jaar een kleiner zaakje bezeten op nummer 85, naast Meiling. Peter kondigde per advertentie de opening aan en liet meteen weten dat hij vanwege dat feit die dag de wijk niet kon rijden. Dit was billijk, want hij kon immers niet op twee plekken tegelijk zijn. Daardoor weten we nu dat hij tot dan toe, zoals zoveel groentehandelaren ook nog langs de deur kwam.
De Stationsstraat in de jaren zestig. Iets boven het midden Hotel Peter, met daarnaast bakkerij Van Bentum en het Patrimonium. Midden op de foto het bankgebouw van N.H.M. met bloemisterij Hulstijn en daarnaast de groentehal met de erachter staande villa.
De zaak van Klaassen heeft in ieder geval tot 1967 bestaan. Vrij spoedig daarna zijn de villa en de groentehal afgebroken om plaats te maken voor nieuwbouw. In 1970 was hier een pand verrezen waarin plaats was voor verschillende zaken. In maart van dat jaar opende Janse Mode haar deuren. Ook de winkel van Jamin werd hierheen verplaatst. Sindsdien is hier niet veel veranderd. De zaak van Jamin veranderde van eigenaar maar is onder andere naam nog in dezelfde branche actief.
De Stationsstraat in 1965 met geheel links een gedeelte van de groentewinkel van Klaassen.